ECLI:NL:RBDHA:2023:18338
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag van een Hondurese eiser met problemen door bende Barrio 18 en de beoordeling van het inreisverbod
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 28 november 2023, wordt het beroep van een Hondurese eiser behandeld die een asielaanvraag heeft ingediend na problemen met de bende Barrio 18. De eiser, geboren in 1969, heeft verklaard dat hij in Honduras werd afgeperst, bedreigd en mishandeld door deze bende, wat hem noopte om te vluchten. De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de aanvraag terecht als kennelijk ongegrond heeft afgewezen, omdat de eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij bij terugkeer naar Honduras een reëel risico loopt op vervolging of een behandeling in strijd met artikel 3 van het EVRM. De rechtbank stelt vast dat de bende niet specifiek naar de eiser op zoek is en dat er een vestigingsalternatief voor hem beschikbaar is in Honduras.
De rechtbank vernietigt echter het inreisverbod dat aan de eiser was opgelegd, omdat dit in strijd was met de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris dit inreisverbod op onrechtmatige wijze heeft opgelegd, aangezien de eiser zich niet heeft kunnen uitlaten over dit verbod in zijn zienswijze. De rechtbank laat het bestreden besluit voor het overige in stand, wat betekent dat de afwijzing van de asielaanvraag en de overige besluiten van de staatssecretaris blijven bestaan. De rechtbank veroordeelt de staatssecretaris in de proceskosten van de eiser tot een bedrag van € 1.674,-. Het verzoek om een voorlopige voorziening wordt afgewezen, nu de uitspraak op het beroep voldoende is.