ECLI:NL:RBDHA:2023:18317
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatige voortduring van bewaring en toekenning schadevergoeding in vreemdelingenzaak
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 28 november 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen de voortduring van de maatregel van bewaring van eiser, een man van Marokkaanse nationaliteit. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had op 22 september 2023 de maatregel van bewaring opgelegd op grond van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser heeft tegen het voortduren van deze maatregel beroep ingesteld en verzocht om schadevergoeding. De staatssecretaris heeft de maatregel op 21 november 2023 opgeheven, maar de rechtbank moest beoordelen of de bewaring onrechtmatig was geweest in de periode tussen de sluiting van een eerder onderzoek op 6 oktober 2023 en de opheffing op 21 november 2023.
De rechtbank oordeelde dat de maatregel van bewaring tot 16 november 2023 rechtmatig was, maar dat de voortduring daarna onrechtmatig was. Dit kwam voort uit het feit dat de Marokkaanse autoriteiten op 16 november 2023 hadden aangegeven dat de nationaliteit van eiser niet kon worden bevestigd, waardoor er geen zicht meer was op uitzetting naar Marokko. De rechtbank vond dat er geen concrete aanleiding was voor het opvragen van belgegevens na deze datum, en dat de staatssecretaris onvoldoende voortvarend had gehandeld. Eiser kreeg een schadevergoeding van € 600,00 voor de onrechtmatige detentie en de staatssecretaris werd veroordeeld in de proceskosten van eiser, vastgesteld op € 1.674,00.
De rechtbank verklaarde het beroep gegrond en legde de schadevergoeding op, met de beslissing dat er geen rechtsmiddel openstond tegen deze uitspraak.