ECLI:NL:RBDHA:2023:18313
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in het bestuursrechtelijke beroep van een verzoekster tegen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 28 november 2023 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening. Verzoekster, die onder een V-nummer valt, had beroep ingesteld tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Dit besluit, dat op 25 augustus 2023 was genomen, meldde verzoekster dat haar recht op tijdelijke bescherming, zoals bedoeld in Richtlijn 2001/55/EG, zou eindigen op 4 september 2023. Verzoekster verzocht de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening te treffen in afwachting van de uitkomst van haar beroep.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 24 november 2023 behandeld, samen met een samenhangende zaak (NL23.27392). Tijdens de zitting was de gemachtigde van de staatssecretaris aanwezig. De rechtbank had in de samenhangende zaak reeds uitspraak gedaan en het beroep van verzoekster ongegrond verklaard. Gezien deze uitspraak was de voorzieningenrechter van mening dat er geen noodzaak meer bestond voor een voorlopige voorziening of ordemaatregel. Daarom heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen.
De uitspraak is gedaan door mr. T.A. Oudenaarden, in aanwezigheid van mr. J.A. Hessels als griffier. De beslissing is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze uitspraak.