ECLI:NL:RBDHA:2023:18310

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
5 juli 2023
Publicatiedatum
28 november 2023
Zaaknummer
C/09/649021/KG RK 23-784
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Wraking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing wrakingsverzoek tegen rechter wegens vermeende vooringenomenheid

Op 5 juli 2023 heeft de meervoudige wrakingskamer van de Rechtbank Den Haag een verzoek tot wraking afgewezen. Het verzoeker, die in een lopende procedure tegen de Staat der Nederlanden betrokken is, stelde dat de rechter, mr. N.F.H. van Eijk, vooringenomen zou zijn. Het wrakingsverzoek was ingediend op 15 juni 2023 en ontbeerde echter concrete feiten en omstandigheden die de vrees voor partijdigheid konden onderbouwen. De wrakingskamer oordeelde dat een rechter wordt vermoed onpartijdig te zijn en dat er bijzondere omstandigheden moeten zijn om dit vermoeden te weerleggen. Aangezien het verzoek niet voldeed aan deze eisen, werd het afgewezen zonder verdere mondelinge behandeling. De procedure in de hoofdzaak kan voortgezet worden in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van het indienen van het wrakingsverzoek. De beslissing is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.

Uitspraak

Rechtbank den haag

Wrakingskamer
wrakingnummer 2023/77
zaak- /rekestnummer: C/09/649021 / KG RK 23-784
Beslissing van 5 juli 2023
van de meervoudige wrakingskamer van de rechtbank op het verzoek van
[verzoeker] ,
wonende te [woonplaats] ,
hierna te noemen: verzoeker,
strekkende tot de wraking van
mr. N.F.H. van Eijk,
rechter in deze rechtbank,
hierna te noemen: de rechter.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het schriftelijke wrakingsverzoek gedateerd 15 juni 2023, ontvangen per e-mail op 14 juni 2023 te 18.34 uur.
1.2.
De wrakingskamer heeft de beschikking over het dossier in de hoofdzaak.

2.Het wrakingsverzoek

2.1.
Het verzoek strekt tot wraking van de rechter in de zaak met nummer 10284550 RP VERZ 23-50032 tussen verzoeker en de Staat der Nederlanden (het Ministerie van Justitie en Veiligheid, het Ministerie van Binnenlandse Zaken, het Ministerie van Volksgezondheid en het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit). In de hoofdzaak heeft verzoeker een verzoekschrift ingediend tot het houden van een voorlopig getuigenverhoor.
2.2.
Het verzoek luidt als volgt:
“Hierbij wraak ik de rechter in de bovengenoemde zaak.
Het kan niet dat deze rechter onpartijdig is, mocht deze rechter naar waarheid handelen moeten er
meer dan 60 rechters voor 600 jaar de cel in.
Het kan niet dat hier een onpartijdige procedure plaats gaat vinden, dat de zaak naar waarheid
behandeld gaat worden, deze rechter moet vooringenomen zijn.
De rechtbank, de rechtspraak heeft in het verleden ingestemd met het geweldige idee mijn leven te
ruïneren om een psychopaat in zijn bevredigingsbehoefte te voorzien. Alle problemen bij de
gemeente West Maas en Waal zouden daarmee opgelost zijn. [belanghebbende 1] zou Popi Jopie kunnen
uithangen, zou van zijn foute verleden verlost zijn en [belanghebbende 2] zou zijn vriendje vanzijnCDA gered
hebben.
Als bestuurder, en zeker rechters en het bestuur van de rechtbanken hadden deze chanteur met de
middelen welke de Wet hiervoor biedt het zwijgen op kunnen leggen. In plaats daarvan is gekozen in
te stemmen en de chanteur te bedienen in zijn bevredigingsbehoefte.
En dat zooitje ambtenaren moet recht spreken, het zijn criminelen welke zich vergrijpen aan,
ambtsmisdrijven, mensenhandel, schenden van de Grondwet en alle internationale verdragen met
betrekking tot de rechten van de mens. Zij hebben de handtekening gezet onder de uitspraken ter
genoegdoening van de psychopaat.
Nu de rechtspraak zich moet verantwoorden komen de meest gekke capriolen tevoorschijn om daar
onderuit te komen.
Nu is dit al 30 jaar gaande en telkens opnieuw is het alleen deze ene keer en de rechtbanken gaan
daar in mee.
Duidelijk hebben de rechters geen empathisch vermogen, kennen geen verantwoordelijkheid, en is
recht te koop via een burgemeester.
Dat [belanghebbende 2] alles inzet om zijn hachje te redden door mensen aan te zetten met ambtsbevelen
om zo zaken te sturen dat zijn misdaden niet aan het licht komen en daarvoor ambtsmisdrijven
pleegt staat vast. Echter de rechtspraak doet er alles aan om dit te verduisteren, bewijzen te
vernietigen en te ontkennen. Daarvoor worden zelfs complete uitspraken verzonnen en geprobeerd
mij onder valse beschuldigingen celstraf op te leggen, van de vrijheid te beroven, 3x inmiddels.
Zo ook het bestuur van de rechtbank Gelderland. Contactverbod 2021, dit werd gebruikt om achter
te verschuilen om rechtsweigering te plegen.
Contactverbod 2023, wordt gebruikt om te beweren dat ik onnodig zaken zou aanbrengen en
daardoor verwarring zou zijn ontstaan, in werkelijkheid hierachter te verschuilen dat [belanghebbende 3] zich niet hoeft te verantwoorden. Toch probeert [belanghebbende 3] het slachtoffertje te spelen, onnodig zaken
aanbrengen, deze keer probeert [belanghebbende 3] het op deze manier. Dit is wederom een leugen, er heeft
totaal geen zitting plaats gevonden. Een valse uitspraak. Dus onnodig zaken aanbrengen wat
verwarring zou brengen, is een KUTSMOES om achter te verschuilen.
Dit enkel om de misdaden, begaan door [belanghebbende 2] en de rechtspraak te verduisteren, onbruikbaar
te maken of te vervalsen.
De rechtbank Gelderland heeft deze zaak in samenwerking met [belanghebbende 2] om mij af te leiden om in
eerste instantie de zaak van, aangebracht augustus bij Oost Brabant zonder mij af te handelen.
De persoon welke onder een ambtsbevel handelt is niet strafbaar. Maar wordt ook schadeloos gesteld. De rechter moet weten in een strafzaak dat er gehandeld is op gronde van een ambtsbevel, dit kan niet kenbaar gemaakt worden tijdens de zitting, dan zou het slachtoffer willen weten wie het
ambtsbevel heeft gegeven.
Zo ook in een civiele procedure, de persoon welke handelde op gronde van een ambtsbevel behoort
schadeloos gesteld te worden. Ook hier kan dat niet kenbaar gemaakt worden tijdens de zitting. Hier
zou de gedupeerde willen weten wie dat ambtsbevel gegeven had en waarom.
Toch is de rechter verplicht deze mensen, welke handelde onder een ambtsbevel straffeloos en
schadeloos te stellen. Hiermee staat vast dat de rechter vanuit de overheid geïnformeerd moet
worden. Daarmee staat vast dat de rechtbanken vooringenomen moeten zijn als deze de zaak
behandelen.
In Nederland wordt het als bijna kansloos geacht, een civiele zaak tegen de overheid. Advocaten welke plotseling een eigen weg gaan bewandelen in een procedure, weigeren hun werk naar behoren uit te voeren, rechten omzeilen, laten liggen zodat deze niet voorgelegd hoeven te worden bij de rechter. De rechters zijn wel degelijk op de hoogte en gebruiken de uitspraak om de overheid te vrijwaarden. Wie kent dit niet en het komt in heel veel gevallen voor waar de burger geen weet van heeft. Op deze manier manipuleert de overheid de rechtsgang en de burgerrechten.
En de Orde van Advocaten vindt dat ze hun uiterste best hebben gedaan waarmee de advocaat vrijuit
gaat.
Noodbevel, via het noodbevel kan een burgemeester iemands grondrechten ontnemen.
De burgemeester bepaald de grondrechten. Ook hiervan moet de rechtbank op de hoogte worden
gesteld.
Via artikel 15 van het EVRM wordt hiermee de grondrechten ontnomen, het noodbevel. Men kan niet
naar het Europese Hof. Daarnaast kan er blijkbaar veel geregeld worden in Den Haag.
De persoon waarop het noodbevel rust dient op de hoogte worden gesteld. Echter dat wordt blijkbaar
vergeten en ontkent. Een noodbevel hoeft niet geregistreerd te staan, dus morgen is er niets gebeurd.
Overigens, echtelijke ruzie waarbij de politie moest ingrijpen. De burgemeester kan het verzinnen, het noodbevel hoeft niet geregistreerd te staan, dus morgen heeft er niemand herinneringen aan.
Rechters gaan hierin mee. Rechters verzinnen immers ook een rechtszaak.
Kortom, gezien de 600 jaar bajes welke de rechters boven het hoofd hangt en de gevoeligheid van
deze zaak tegen de Staat en het corrupte beleid van het bestuur van de rechtbank, de corruptie van
de collega rechters en het beleid dat de rechtspraak ingestemd heeft de bevredigingsbehoefte van
de chanteur, het boegbeeld van het CDA gered moet worden en daarmee alle problemen opgelost
zouden zijn en nu het prominente lid van het CDA, [belanghebbende 2] gered moet worden, kan ook deze
rechter niet onpartijdig zijn.
Als hier eerlijke rechtspraak plaats zou vinden, deze rechter naar waarheid zou handelen, zou de
Nederlandse democratie en de Nederlandse rechtstaat in elkaar zakken en daarmee het GROTE CDA.
Ook in deze zaak komen de daden en de misdaden welke [belanghebbende 2] als burgemeester van West
Maas en Waal en de rechtspraak gepleegd hebben aan het licht.
Dit getuigenverhoor zou dit juridisch vast leggen.
Nu de rechtspraak, meerdere rechters hieraan mee gewerkt hebben is het niet meer mogelijk dat
deze rechter onpartijdig zal zijn. Deze rechters hebben er immers de handtekening onder gezet om
de psychopaat in zijn bevredigingsbehoefte te voorzien. Dan zouden er meer dan 60 rechters voor
600 jaar in de cel belanden.
In 2006 had de rechtbank Den Haag ook het licht gezien, dan waren alle problemen opgelost voor de
grote [belanghebbende 1] .
Dat vanuit de regering het prominente lid van het CDA, [belanghebbende 2] gered moet worden, is mij ook
duidelijk.
Gezien het bovenstaande moet deze rechter vooringenomen zijn.
Jullie komen met een oplossing of ik los het zelf op met de gemeente West Maas en Waal maar dan
gaan er ook 60 rechters de bak in voor mensenhandel en ambtsmisdrijven. Ik heb maar één getuige
nodig daarvoor.
De rechtspraak zelf heeft het zover gebracht, mede, beter gezegd, onderstreept met de zaak
10153658 AZ VERZ 22-42 waar alles uit de kast werd getrokken, zelfs nog met een poging tot
opsluiten onder valse beschuldigingen, een rechtszaak totaal verzonnen, om zich niet te hoeven
verantwoorden voor de misdaden begaan door de rechters en [belanghebbende 2] .
Hier stopt deze ‘rechtspraak’. Maar trek de zaak niet in.”

3.De beoordeling

3.1.
Uit het dossier in de hoofdzaak blijkt dat verzoeker op 16 februari 2023 een verzoekschrift heeft ingediend tot het houden van een voorlopig getuigenverhoor. De wederpartij in de hoofdzaak heeft op 7 juni 2023 een verweerschrift ingediend. Op 15 juni 2023 is de mondelinge behandeling van het verzoekschrift bepaald. Per e-mail van 14 juni 2023 is het wrakingsverzoek binnengekomen.
3.2.
Een rechter kan alleen gewraakt worden als zich omstandigheden voordoen waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden. Daarvan is sprake als de rechter jegens een procesdeelnemer vooringenomen is of als de vrees daarvoor objectief gerechtvaardigd is. Daarbij is het uitgangspunt dat een rechter wordt vermoed onpartijdig te zijn omdat hij of zij als rechter is aangesteld. Voor het oordeel dat de rechterlijke onpartijdigheid toch schade lijdt, bestaat alleen grond in geval van bijzondere omstandigheden die een zwaarwegende aanwijzing opleveren voor het aannemen van (de objectief gerechtvaardigde schijn van) partijdigheid. Uit de wet volgt dat de verzoeker die concrete omstandigheden moet aanvoeren en wel zodra deze aan hem of haar bekend zijn geworden.
3.3.
Het door verzoeker ingediende wrakingsverzoek is omvangrijk. Echter daarin ontbreken concrete feiten en omstandigheden waaruit de wrakingskamer de vooringenomenheid van deze rechter of de objectief gerechtvaardigde vrees daarvoor kan afleiden. Daarom wordt het wrakingsverzoek afgewezen.
3.4.
Voor een behandeling van het verzoek ter terechtzitting bestaat geen reden. Het in de wet opgenomen recht op een mondelinge behandeling is door de wetgever bedoeld voor het debat over de gegrondheid van het verzoek, maar omdat direct duidelijk is dat het verzoek ongegrond is, wordt aan dat debat niet toegekomen.

4.De beslissing

De wrakingskamer
4.1.
wijst het verzoek tot wraking af;
4.2.
bepaalt dat het proces in de hoofdzaak wordt voortgezet in de stand waarin het zich bevond ten tijde van het indienen van het wrakingsverzoek;
4.3.
beveelt dat (een afschrift van) deze beslissing met inachtneming van het bepaalde bij artikel 39, derde lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering wordt toegezonden aan:
• verzoeker;
• de wederpartij in de hoofdzaak;
• de rechter.
Deze beslissing is gegeven door mrs. M.J. Alt-van Endt, S.M. Krans en S.M. Westerhuis-Evers, in tegenwoordigheid van de griffier mr. M.L. van Nooijen-Kühler en in het openbaar uitgesproken op 5 juli 2023.
de griffier de voorzitter
Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.