ECLI:NL:RBDHA:2023:18308
Rechtbank Den Haag
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot wraking van rechters in een civiele procedure
Op 7 juli 2023 heeft de meervoudige wrakingskamer van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan op een verzoek tot wraking van de rechters in een civiele procedure. Het verzoeker had op 10 juni 2023 een wrakingsverzoek ingediend, nadat de rechtbank op 9 juni 2023 een beslissing had genomen. De wrakingskamer oordeelde dat het verzoek tot wraking kennelijk niet-ontvankelijk was, omdat het was ingediend na de einduitspraak in de zaak van verzoeker. Volgens artikel 36 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering kan een rechter alleen gewraakt worden als er omstandigheden zijn die de onpartijdigheid van de rechter in gevaar brengen. De wrakingskamer concludeerde dat verzoeker geen feiten of omstandigheden had aangedragen die de vrees voor partijdigheid van de rechters objectief gerechtvaardigd zouden maken.
Daarnaast werd het verzoek tot wraking van de griffier, de rechtbank en de rechtspraak afgewezen, omdat volgens de wet alleen individuele rechters gewraakt kunnen worden. De wrakingskamer stelde vast dat verzoeker het middel van wraking misbruikte, wat leidde tot onredelijke vertraging van de rechtspleging. De wrakingskamer besloot dat een volgend verzoek tot wraking in deze zaak niet meer in behandeling zou worden genomen. De beslissing werd openbaar uitgesproken en er stond geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.