ECLI:NL:RBDHA:2023:1829
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluit staatssecretaris van Justitie en Veiligheid inzake asielvergunning en bestuurlijke dwangsom
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres, een Turkse nationaliteit, tegen het besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid van 29 augustus 2022, waarin aan haar een asielvergunning is verleend. Eiseres is van mening dat in het besluit een bestuurlijke dwangsom had moeten worden vastgesteld, maar de staatssecretaris heeft in zijn verweerschrift aangegeven dat hij volledig aan de aanvraag van eiseres tegemoet is gekomen. Partijen hebben toestemming gegeven om uitspraak te doen zonder zitting, waarna de rechtbank het onderzoek heeft gesloten.
De rechtbank overweegt dat het betoog van eiseres niet slaagt. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft eerder geoordeeld dat de Tijdelijke wet opschorting dwangsommen IND, die het verbeuren van bestuurlijke dwangsommen uitsluit, niet in strijd is met het Unierecht of het EU Handvest. De rechtbank ziet geen aanleiding om anders te oordelen dan de Raad van State. Daarom is de staatssecretaris geen bestuurlijke dwangsom verschuldigd aan eiseres.
De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is en dat eiseres geen proceskostenvergoeding ontvangt. De uitspraak is gedaan door mr. T.A. Oudenaarden, rechter, en openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Eiseres heeft de mogelijkheid om binnen vier weken na de uitspraak hoger beroep aan te tekenen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.