ECLI:NL:RBDHA:2023:18278

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
22 november 2023
Publicatiedatum
28 november 2023
Zaaknummer
NL23.24614
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak na buiten behandelingstelling aanvraag

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 22 november 2023 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van bestuursrecht en vreemdelingenrecht. De zaak betreft een verzoeker die tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid in beroep is gegaan. Het bestreden besluit, gedateerd op 21 augustus 2023, houdt in dat de asielaanvraag van de verzoeker buiten behandeling is gesteld. De verzoeker heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen, omdat hij het niet eens was met de afwijzing van zijn asielaanvraag.

De voorzieningenrechter heeft op basis van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht uitspraak gedaan zonder zitting. In de overwegingen van de uitspraak wordt vermeld dat er eerder op dezelfde dag een uitspraak is gedaan in een andere zaak (zaaknummer NL23.24613) die verband houdt met het beroep van de verzoeker. Gezien de uitkomst van dat beroep heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening als kennelijk ongegrond afgewezen.

Daarnaast heeft de voorzieningenrechter geoordeeld dat er aanleiding is om de staatssecretaris te veroordelen in de proceskosten die de verzoeker heeft gemaakt. Deze kosten zijn vastgesteld op € 837, wat is berekend op basis van het Besluit proceskosten bestuursrecht. De voorzieningenrechter heeft de verzoeker in het gelijk gesteld wat betreft de proceskosten, maar het verzoek om een voorlopige voorziening is afgewezen. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.24614

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam verzoeker] , verzoeker

V-nummer: [V-nr.]
(gemachtigde: mr. R.C. van den Berg),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Procesverloop

In het besluit van 21 augustus 2023 (bestreden besluit) heeft verweerder de asielaanvraag van verzoeker buiten behandeling gesteld.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter doet op grond van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht uitspraak zonder zitting.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL23.24613, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Het verzoek wordt daarom als kennelijk ongegrond afgewezen.
2. In de uitkomst van het beroep ziet de voorzieningenrechter aanleiding om verweerder te veroordelen in de door verzoeker gemaakte proceskosten. Deze worden op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vastgesteld op € 837 bestaande uit een punt voor het indienen van het verzoekschrift met een waarde per punt van € 837 en vermenigvuldigd met wegingsfactor 1 (gemiddeld).

Beslissing

De voorzieningenrechter:
- wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af;
- veroordeelt verweerder in de door verzoeker gemaakte proceskosten tot een bedrag van € 837 (achthonderdzevenendertig euro).
Deze uitspraak is gedaan door mr. W. Anker, rechter, in aanwezigheid van mr. Ż.A. Meinert, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op
www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.