ECLI:NL:RBDHA:2023:18251
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening inzake tijdelijke bescherming voor verzoeker
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 27 november 2023 uitspraak gedaan in het kader van een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker, die niet aanwezig was op de zitting, had beroep ingesteld tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Dit besluit, genomen op 14 augustus 2023, hield in dat het recht van verzoeker op tijdelijke bescherming, zoals bedoeld in Richtlijn 2001/55/EG, zou eindigen op 4 september 2023. Het beroep van verzoeker is geregistreerd onder zaaknummer AWB 23/10243.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening behandeld op 23 november 2023, samen met het samenhangende beroep. In de uitspraak van vandaag heeft de rechtbank het beroep van verzoeker ongegrond verklaard. De voorzieningenrechter heeft geen andere omstandigheden kunnen vaststellen die aanleiding zouden geven tot het treffen van een voorlopige voorziening, en heeft het verzoek om een voorlopige voorziening dan ook afgewezen.
Daarnaast is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. N.M. van Waterschoot, in aanwezigheid van mr. M.J. Tijnagel als griffier, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.