ECLI:NL:RBDHA:2023:18249

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
27 november 2023
Publicatiedatum
27 november 2023
Zaaknummer
AWB 23/10188
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening inzake tijdelijke bescherming voor verzoeker

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 27 november 2023 uitspraak gedaan in het kader van een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker, die niet aanwezig was, had beroep ingesteld tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, dat zijn recht op tijdelijke bescherming, zoals bedoeld in Richtlijn 2001/55/EG, zou eindigen op 4 september 2023. Dit besluit was genomen op 27 augustus 2023. Het beroep van verzoeker was geregistreerd onder zaaknummer AWB 23/10187.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening behandeld op 23 november 2023, samen met het samenhangende beroep. In de uitspraak van vandaag heeft de rechtbank het beroep van verzoeker ongegrond verklaard. De voorzieningenrechter heeft geen aanleiding gezien om een voorlopige voorziening te treffen, en heeft het verzoek dan ook afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

De uitspraak is gedaan door mr. N.M. van Waterschoot, in aanwezigheid van mr. M.J. Tijnagel als griffier. De uitspraak is openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open. De zaak betreft de toepassing van de Richtlijn 2001/55/EG en het Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/382, dat betrekking heeft op de tijdelijke bescherming van ontheemden.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: AWB 23/10188

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam], verzoeker,

V-nummer: [nummer],
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, de staatssecretaris

(gemachtigde: mr. C.S. Treziak).

Procesverloop

Bij besluit van 27 augustus 2023 heeft de staatssecretaris aan verzoeker medegedeeld dat zijn recht op tijdelijke bescherming, als bedoeld in Richtlijn 2001/55/EG [1] en het daarop gebaseerde Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/382 [2] eindigt op 4 september 2023.
Verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen. Het beroep is geregistreerd onder zaaknummer AWB 23/10187.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, tezamen met de zaak AWB 23/10187, op 23 november 2023 op zitting behandeld. Verzoeker is niet verschenen. De staatssecretaris heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het samenhangende beroep van verzoeker en dat beroep ongegrond verklaard. De voorzieningenrechter ziet ook geen andere omstandigheden voor het treffen van een voorlopige voorziening en wijst het verzoek dan ook af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. N.M. van Waterschoot, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. M.J. Tijnagel, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
griffier rechter
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Voetnoten

1.Richtlijn 2001/55/EG betreffende minimumnormen voor het verlenen van tijdelijke bescherming in geval van massale toestroom van ontheemden en maatregelen ter bevordering van een evenwicht tussen de inspanning van de lidstaten voor de opvang en het dragen van de consequenties van de opvang van deze personen.
2.Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/382 van de Raad van 4 maart 2022 tot vaststelling van het bestaan van een massale toestroom van ontheemden uit Oekraïne in de zin van artikel 5 van de Richtlijn, en tot invoering van tijdelijke bescherming naar aanleiding daarvan.