ECLI:NL:RBDHA:2023:18190
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag van Egyptische eiser wegens deelname aan demonstraties
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van een Egyptische eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De eiser, die op 30 augustus 2023 een aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel indiende, stelt dat hij vanwege zijn deelname aan pro-Morsi demonstraties in Egypte vreest voor vervolging bij terugkeer. De staatssecretaris heeft de aanvraag op 23 oktober 2023 afgewezen, omdat de politieke activiteiten van de eiser niet als geloofwaardig werden beschouwd.
De rechtbank heeft het beroep op 8 november 2023 behandeld, waarbij zowel de eiser als zijn gemachtigde, alsook de gemachtigde van de staatssecretaris aanwezig waren. De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat de eiser niet in de negatieve aandacht van de autoriteiten is komen te staan. De rechtbank oordeelt dat de eiser onvoldoende bewijs heeft geleverd om zijn vrees voor vervolging te onderbouwen. De staatssecretaris heeft aangegeven dat de eiser geen contact heeft gehad met de autoriteiten en dat zijn deelname aan demonstraties niet leidt tot een gegronde vrees voor vervolging.
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de afwijzing van de asielaanvraag. De eiser krijgt geen vergoeding van zijn proceskosten. Deze uitspraak is gedaan door mr. M. Munsterman, rechter, en openbaar gemaakt op rechtspraak.nl. De eiser kan binnen een week hoger beroep aantekenen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.