ECLI:NL:RBDHA:2023:18186

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
21 november 2023
Publicatiedatum
27 november 2023
Zaaknummer
NL23.25022
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening+bodemzaak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening en proceskostenveroordeling in asielzaak

In de zaak tussen [naam], verzoeker, en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder, heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 21 november 2023 uitspraak gedaan. Verzoeker had tegen het besluit van 25 augustus 2023, waarbij zijn asielaanvraag buiten behandeling werd gesteld, beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft op basis van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht uitspraak gedaan zonder zitting.

De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen verwezen naar een eerdere uitspraak van dezelfde rechtbank, zaaknummer NL23.25021, waarin op het beroep van verzoeker is beslist. Gezien de uitkomst van dat beroep heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening als kennelijk ongegrond afgewezen.

Daarnaast heeft de voorzieningenrechter geoordeeld dat er aanleiding is om verweerder te veroordelen in de proceskosten die verzoeker heeft gemaakt. Deze kosten zijn vastgesteld op € 837, gebaseerd op het Besluit proceskosten bestuursrecht, en zijn toegekend voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand. De uitspraak is gedaan door mr. W. Anker, in aanwezigheid van mr. W. van Loon, griffier, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.25022

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam] , verzoeker

V-nummer: 291.698.5807
(gemachtigde: mr. R.C. van den Berg),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Procesverloop

Bij het besluit van 25 augustus 2023 (bestreden besluit) heeft verweerder de asielaanvraag van verzoeker buiten behandeling gesteld.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter doet op grond van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht uitspraak zonder zitting.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL23.25021, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Het verzoek wordt daarom als kennelijk ongegrond afgewezen.
2. In de uitkomst van het beroep ziet de voorzieningenrechter aanleiding om verweerder te veroordelen in de door verzoeker gemaakte proceskosten. Deze worden op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vastgesteld op € 837 bestaande uit een punt voor het indienen van het verzoekschrift met een waarde per punt van € 837 en vermenigvuldigd met wegingsfactor 1 (gemiddeld).

Beslissing

De voorzieningenrechter:
- wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af;
- veroordeelt verweerder in de door verzoeker gemaakte proceskosten tot een bedrag van € 837 (
achthonderdzevenendertig euro).
Deze uitspraak is gedaan door mr. W. Anker, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. W. van Loon, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.