ECLI:NL:RBDHA:2023:18182

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
21 november 2023
Publicatiedatum
27 november 2023
Zaaknummer
NL23.21415
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing asielaanvraag van Marokkaanse eiseres op grond van veilig land van herkomst

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 21 november 2023 uitspraak gedaan in een asielzaak waarbij de eiseres, een Marokkaanse vrouw, haar asielaanvraag had ingediend na een verblijf in Europa. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had haar aanvraag afgewezen als kennelijk ongegrond en een inreisverbod van twee jaar opgelegd. Eiseres stelde dat zij ongehuwd zwanger was geraakt en dat zij bij terugkeer naar Marokko te maken zou krijgen met ernstige problemen, waaronder eerwraak van haar familie. De rechtbank heeft de zaak behandeld op 8 november 2023, waarbij eiseres via een telefonische verbinding aanwezig was en een tolk was ingeschakeld.

De rechtbank oordeelde dat Marokko als veilig land van herkomst kan worden aangemerkt en dat eiseres niet aannemelijk had gemaakt dat zij bij terugkeer in gevaar zou komen. De rechtbank wees erop dat eiseres al enige tijd in België verbleef en dat er geen noodzaak tot internationale bescherming was aangetoond. De vrees voor eerwraak werd niet als voldoende onderbouwd beschouwd, en de rechtbank concludeerde dat de Marokkaanse autoriteiten in staat zijn om haar te beschermen. De rechtbank verwierp ook de argumenten van eiseres over de registratie van haar kind en de gevolgen van het inreisverbod, en concludeerde dat het beroep ongegrond was.

De uitspraak benadrukt de noodzaak voor asielzoekers om substantiële en specifieke onderbouwing te geven voor hun vrees bij terugkeer naar hun land van herkomst, vooral wanneer dat land als veilig wordt beschouwd. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling en verklaarde het beroep ongegrond.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.21415

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam eiseres] , eiseres

V-nummer: [V-nr.]
(gemachtigde: mr. A.A. Hardoar),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. C.W.M. van Breda).

Procesverloop

Bij besluit van 19 juli 2023 (het bestreden besluit) heeft verweerder de asielaanvraag van eiseres afgewezen als kennelijk ongegrond. Daarnaast is een inreisverbod van twee jaar opgelegd.
Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
De rechtbank heeft het beroep op 8 november 2023 op zitting behandeld. Gemachtigde van eiseres is verschenen. Als tolk is verschenen C. Lamnadi. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. Eiseres heeft deelgenomen aan de zitting via een telefonische verbinding.

Overwegingen

1. Eiseres stelt van Marokkaanse nationaliteit te zijn en te zijn geboren op [geboortedatum] . Op 13 september 2023 is zij bevallen van haar zoon [naam zoon] .
2. Eiseres heeft aan haar asielaanvraag ten grondslag gelegd dat zij tijdens haar verblijf in Europa ongehuwd zwanger is geraakt en dat zij op grond hiervan problemen zal ondervinden bij terugkeer naar Marokko.
3. Bij het bestreden besluit heeft verweerder de asielaanvraag van eiseres op grond van artikel 30b, eerste lid, aanhef en onder b, van de Vw [1] afgewezen als kennelijk ongegrond. Verweerder acht de identiteit, nationaliteit en herkomst van eiseres geloofwaardig en ook dat zij ongehuwd zwanger is geraakt. Verweerder stelt zich op het standpunt dat Marokko kan worden aangemerkt als een veilig land van herkomst. Eiseres heeft niet aannemelijk gemaakt dat Marokko voor haar niet veilig is en dat de problemen die zij verwacht bij terugkeer daadwerkelijk zullen optreden.
4. Eiseres voert aan dat Marokko in zijn algemeenheid als veilig land van herkomst kan worden gezien, maar in haar geval niet. Doordat zij ongehuwd zwanger is zal haar familie haar en haar kind niet accepteren en loopt zij het risico gedood te worden wegens eerwraak. Daarbij had eerwraak als apart relevant element getoetst moeten worden. De Marokkaanse autoriteiten kunnen haar niet beschermen. Daarnaast zal zij strafrechtelijk vervolgd kunnen worden door de Marokkaanse autoriteiten omdat seksuele omgang buiten het huwelijk niet toegestaan is. Ook zal haar zoon niet geregistreerd kunnen worden en niet naar school kunnen gaan. Tot slot is het inreisverbod onvoldoende gemotiveerd, omdat de biologische vader van het kind in Nederland verblijft en het inreisverbod de omgang bemoeilijkt.
5. De rechtbank komt tot het oordeel dat het beroep ongegrond is en legt dat hieronder uit.
6. Marokko is een veilig land van herkomst en dat heeft eiseres ook niet betwist. Dat betekent dat er een algemeen rechtsvermoeden bestaat dat vreemdelingen uit Marokko geen bescherming nodig hebben. Het is aan eiseres om aannemelijk te maken dat dit algemeen rechtsvermoeden in haar geval niet opgaat. Verweerder heeft niet ten onrechte overwogen dat eiseres niet aannemelijk heeft gemaakt dat Marokko voor haar niet veilig is en dat haar vrees over wat haar te wachten staat bij terugkeer werkelijkheid zal worden. Hiervoor is van belang dat eiseres reeds enkele jaren in België verbleef, al acht maanden zwanger was voordat zij asiel vroeg in Nederland en dat hieruit niet blijkt van een noodzaak tot internationale bescherming. Daarnaast heeft zij verklaard dat zij nog in contact staat met haar moeder [2] en heeft zij geen onderbouwing van een bedreiging gegeven, waardoor zij niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij te vrezen heeft voor haar familie bij terugkeer. Dat eerwraak als apart relevant element beoordeeld had moeten worden kan naar het oordeel van de rechtbank niet worden gevolgd. De vrees dat zij gedood zou kunnen worden bij terugkeer vanwege het hebben van een buitenechtelijk kind is immers getoetst in het bestreden besluit. De stelling dat de Marokkaanse autoriteiten haar niet kunnen beschermen is onvoldoende, omdat Marokko een veilig land van herkomst is en een onderbouwing hiervoor ontbreekt. Deze beroepsgrond kan dan ook niet slagen.
7. De rechtbank is daarnaast van oordeel dat verweerder zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat eiseres niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij strafrechtelijk zal worden vervolgd als zij terugkeert naar Marokko. Zij heeft in het gehoor veilig land van herkomst niet verklaard dat zij hiervoor vreest en bovendien heeft zij niet met algemene of specifieke informatie onderbouwd dat haar een strafrechtelijke vervolging te wachten staat. De beroepsgrond slaagt daarom niet.
8. Ten aanzien van het gestelde dat de zoon van eiseres niet geregistreerd kan worden en daarom niet naar school zal kunnen gaan in Marokko is de rechtbank van oordeel dat verweerder terecht heeft gewezen op de informatie van het Marokkaanse consulaat in het bestreden besluit. Daaruit blijkt dat kinderen geboren van een Marokkaanse ouder, ongeacht de gezinssituatie, geregistreerd kunnen worden en identiteitsdocumenten zullen ontvangen. [3] De beroepsgrond slaagt niet.
8. Tot slot is de rechtbank van oordeel dat de stelling dat de biologische vader in Nederland verblijft, niet aan oplegging van het inreisverbod in de weg staat. Op pagina 2 van de gronden van beroep van 3 augustus 2023 heeft eiseres immers aangegeven dat de biologische vader afstand heeft gedaan van eiseres en het kind. Er is dus geen sprake van een beschermenswaardig gezinsleven. Verweerder heeft dus geen toepassing hoeven geven aan artikel 66a, achtste lid, van de Vw. De beroepsgrond slaagt niet.
9. Het beroep is ongegrond.
10. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. H. Remerie, rechter, in aanwezigheid van mr. A.S. Hamans, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op
www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Bent u het niet eens met deze uitspraak?
Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een beroepschrift. U moet dit beroepschrift indienen binnen 1 week na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven.

Voetnoten

1.Vreemdelingenwet 2000.
2.Rapport gehoor veilig land van herkomst van 14 juli 2023, pagina 14.
3.Voetnoot 6 en 7 op pagina 3 van het bestreden besluit.