ECLI:NL:RBDHA:2023:18145
Rechtbank Den Haag
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Wrakingsverzoek niet-ontvankelijk verklaard na einduitspraak in hoofdzaak
Op 14 september 2023 heeft de meervoudige wrakingskamer van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een wrakingsverzoek van een verzoeker, wonende te [woonplaats]. Het wrakingsverzoek was ingediend op 29 augustus 2023, na een mondelinge einduitspraak in de hoofdzaak, waarin de officier van justitie had verzocht om een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg. De verzoeker stelde dat de rechter, mr. S. van der Harg, vooringenomen was en dat hij niet de gelegenheid had gekregen om zijn standpunten toe te lichten tijdens de zitting.
De rechtbank oordeelde dat een rechter alleen gewraakt kan worden als er omstandigheden zijn die de onpartijdigheid van de rechter in gevaar kunnen brengen. De rechtbank benadrukte dat een rechter wordt vermoed onpartijdig te zijn en dat er bijzondere omstandigheden nodig zijn om aan te nemen dat deze onpartijdigheid in het geding is. Aangezien het wrakingsverzoek was ingediend na de einduitspraak in de hoofdzaak, was de rechtbank van mening dat de wet niet voorziet in de mogelijkheid van wraking na een einduitspraak. Daarom verklaarde de rechtbank het verzoek tot wraking niet-ontvankelijk.
De beslissing werd openbaar uitgesproken en er werd geen mogelijkheid geboden voor een mondelinge behandeling van het wrakingsverzoek, omdat de wetgever dit recht had bedoeld voor het debat over de gegrondheid van het verzoek, wat in dit geval niet aan de orde was. De rechtbank heeft de beslissing aan de verzoeker en de rechter toegezonden, conform de wettelijke vereisten. Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.