ECLI:NL:RBDHA:2023:18129
Rechtbank Den Haag
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek tegen rechters in strafzaak
Op 29 augustus 2023 heeft de meervoudige wrakingskamer van de Rechtbank Den Haag een wrakingsverzoek afgewezen dat was ingediend door een verzoeker, die op dat moment gedetineerd was. Het verzoek was gericht tegen de rechters M.J. Alt-van Endt, S.M. Krans en S.M. Westerhuis-Evers, die betrokken waren bij een strafzaak tegen de verzoeker. De verzoeker, bijgestaan door zijn advocaat mr. D.M. Moes, stelde dat de rechters vooringenomen waren, omdat zij een rechtmatigheidsverzoek hadden afgewezen en daarbij hadden aangegeven dat er geen begin van aannemelijkheid was voor een vormverzuim.
De wrakingskamer oordeelde dat een rechter alleen gewraakt kan worden als er omstandigheden zijn die de onpartijdigheid van de rechter in gevaar kunnen brengen. Het uitgangspunt is dat rechters worden vermoed onpartijdig te zijn. De wrakingskamer concludeerde dat de motivering van de (tussen)beslissing niet kon worden opgevat als blijk van vooringenomenheid. Het verzoek tot wraking werd afgewezen, omdat de wrakingskamer niet kon oordelen over de juistheid van de (tussen)beslissing en het wrakingsverzoek niet toewijsbaar was.
De beslissing van de wrakingskamer houdt in dat het proces in de hoofdzaak wordt voortgezet in de stand waarin het zich bevond ten tijde van het indienen van het wrakingsverzoek. De beslissing is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.