Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser], eiser V-nummer: [V-nummer]
Inleiding
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 30 oktober 2023 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de bewaring van een vreemdeling met de Tsjadische nationaliteit. Eiser, die in vreemdelingenbewaring is gesteld op 10 oktober 2023, heeft beroep ingesteld tegen deze maatregel, waarbij hij ook een verzoek om schadevergoeding heeft ingediend. De rechtbank heeft de zaak behandeld op 23 oktober 2023, waarbij eiser werd bijgestaan door zijn gemachtigde en een tolk aanwezig was. De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde.
De rechtbank heeft beoordeeld of de bewaring van eiser rechtmatig was. Eiser heeft de gronden voor de bewaring niet betwist, en de rechtbank concludeert dat de motivering van de maatregel voldoende is. Eiser voerde aan dat er geen zicht op uitzetting naar Tsjaad was, maar de rechtbank oordeelde dat er vooralsnog voldoende aanknopingspunten zijn voor een mogelijke uitzetting. De rechtbank heeft ook overwogen dat verweerder voldoende heeft gemotiveerd dat een lichter middel dan bewaring niet mogelijk was, gezien het risico dat eiser zich aan het toezicht zou onttrekken.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. De uitspraak is openbaar gemaakt op 30 oktober 2023, en tegen deze uitspraak kan binnen één week hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.