ECLI:NL:RBDHA:2023:1812

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
13 februari 2023
Publicatiedatum
17 februari 2023
Zaaknummer
NL22.26768
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag wegens verantwoordelijkheid Duitsland

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 9 februari 2023 uitspraak gedaan over een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. E.S. van Aken, had beroep ingesteld tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, waarin de asielaanvraag niet in behandeling werd genomen omdat Duitsland verantwoordelijk was voor de behandeling van de aanvraag.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening behandeld tijdens een zitting op 9 februari 2023, waarbij beide partijen zich lieten vertegenwoordigen door hun gemachtigde. Na de behandeling heeft de voorzieningenrechter onmiddellijk uitspraak gedaan.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, onder verwijzing naar een eerdere uitspraak in een aanverwante zaak (NL22.26767), waarin het beroep van de verzoeker werd behandeld. Tevens is er geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken door mr. K.M. de Jager, in aanwezigheid van griffier mr. S.C. Spruijt. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL22.26768
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam], verzoeker

v-nummer: [nummer]
(gemachtigde: mr. E.S. van Aken),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. R.P.G. van Bel).

Procesverloop

Bij besluit van 28 december 2022 (het bestreden besluit) heeft verweerder de asielaanvraag van verzoeker niet in behandeling genomen, omdat Duitsland verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, tezamen met de zaak NL22.26767, op 9 februari 2023 op zitting behandeld. Partijen hebben zich laten vertegenwoordigen door hun gemachtigde.
Na afloop van de behandeling van de zaak ter zitting heeft de voorzieningenrechter onmiddellijk ter zitting uitspraak gedaan.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL22.26767, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Deze uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 9 februari 2023 door mr. K.M. de Jager, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. S.C. Spruijt, griffier.
Dit proces-verbaal is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.