ECLI:NL:RBDHA:2023:18078

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
21 september 2023
Publicatiedatum
23 november 2023
Zaaknummer
NL23.22464
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing asielaanvraag van een Somalische vrouw met problemen door Al Shabaab

In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar asielaanvraag door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiseres, een Somalische vrouw, heeft op 31 augustus 2022 asiel aangevraagd in Nederland, na haar vertrek uit Somalië op 27 augustus 2022. De rechtbank heeft op 13 september 2023 de zaak behandeld, waarbij eiseres en haar gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van verweerder en een tolk. De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris voldoende gemotiveerd heeft waarom de problemen van eiseres met Al Shabaab ongeloofwaardig zijn. Eiseres heeft verklaard dat haar man, die voor een buitenlandse NGO werkte, door Al Shabaab is ontvoerd en dat zij zelf bedreigd is. De rechtbank oordeelt dat de verklaringen van eiseres inconsistent en onvoldoende onderbouwd zijn, waardoor de staatssecretaris de aanvraag terecht heeft afgewezen. Bovendien is eiseres als alleenstaande vrouw niet in aanmerking gekomen voor een verblijfsvergunning, omdat zij heeft aangegeven bij terugkeer bij haar familie te kunnen verblijven en zichzelf te kunnen onderhouden. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en wijst de proceskosten af.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Haarlem
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.22464

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiseres] , eiseresV-nummer: [V-nummer] ,

(gemachtigde: mr. G.E. Jans),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. L. Beket).

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar asielaanvraag. Zij heeft op 31 augustus 2022 een asielaanvraag ingediend. Verweerder heeft met het bestreden besluit van 31 juli 2023 deze aanvraag in de algemene procedure afgewezen als ongegrond.
1.1.
De rechtbank heeft het beroep op 13 september 2023 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiseres, de gemachtigde van eiseres, Yahia Mohammed als tolk en de gemachtigde van verweerder.

Beoordeling door de rechtbank

Voorgeschiedenis
2. Eiseres is geboren op [datum] 1991 en heeft de Somalische nationaliteit.
2.1
Eiseres heeft Somalië op 27 augustus 2022 verlaten. Op 31 augustus 2022 heeft zij in Nederland asiel aangevraagd. Eiseres heeft aan haar asielaanvraag ten grondslag gelegd dat zij in Somalië samenwoonde met haar kinderen. Haar man was chauffeur voor een buitenlandse NGO. De man van eiseres is door Al Shabaab beschuldigd voor de overheid te werken. Daarom is hij door Al Shabaab ontvoerd. Hierdoor kreeg eiseres financiële problemen en moest zij gaan werken in een restaurant. In juli 2022 is eiseres in haar restaurant bezocht door Al Shabaab en hebben zij eiseres verteld dat vrouwen niet mogen werken. Al Shabaab heeft daarom het restaurant gesloten. Eiseres is onderweg naar huis benaderd door twee leden van Al Shabaab, die vertelden dat zij bij de rechtbank moest verschijnen. In de rechtbank is aan eiseres verteld dat haar man afvallig was verklaard waardoor haar huwelijk ongeldig was en dat zij moest trouwen met een strijder van Al Shabaab. Als zij zou weigeren, zou ze ook afvallig worden verklaard. Haar broer protesteerde hiertegen en is daarom door Al Shabaab gevangen genomen en vermoord. De oom van eiseres heeft vervolgens besloten dat eiseres moest vluchten. Eiseres is eerst naar Mogadishu gegaan. Daar werd zij telefonisch bedreigd. Eiseres heeft toen met hulp van een reisagent Somalië verlaten.
Bestreden besluit
3. Verweerder heeft de volgende relevante elementen vastgesteld:
1. Identiteit, nationaliteit en herkomst;
2. Problemen met Al Shabaab als gevolg van de werkzaamheden van de echtgenoot.
Het eerste relevante element vindt verweerder geloofwaardig, maar het tweede relevante niet. Gelet hierop is eiseres geen vluchteling in de zin van het Verdrag. Ook is niet gebleken dat eiseres bij uitzetting een reëel risico loopt op ernstige schade. De aanvraag is daarom afgewezen.
Heeft verweerder voldoende gemotiveerd waarom het tweede relevante element ongeloofwaardig is?
4. De rechtbank is van oordeel dat verweerder zich voldoende gemotiveerd op het standpunt heeft gesteld dat de problemen van eiseres met Al Shabaab ongeloofwaardig zijn. Hierbij heeft verweerder mogen meewegen dat het bevreemdend is dat eiseres elf jaar met haar man was getrouwd voordat zij gingen samenwonen, maar zij niet wist voor welke NGO hij werkte. Daarnaast weet eiseres niet wanneer aan haar man is opgedragen om met zijn werkzaamheden te stoppen. Zij verklaart bovendien wisselend, vaag en summier over de werkzaamheden die haar man zou verrichten voor de NGO. De omstandigheid dat eiseres gescheiden van haar man heeft gewoond maakt dit niet anders. Verweerder mocht in dat verband van belang achten dat de problemen van haar man vanwege de werkzaamheden voor de NGO de aanleiding waren voor haar problemen. Daarom mag van haar worden verwacht dat zij hier beter over kan verklaren.
4.1
Verder heeft verweerder aan eiseres kunnen tegenwerpen dat het ongerijmd is dat de leden van Al Shabaab haar man zouden bellen terwijl zij al in de woning aanwezig waren om hem te ontvoeren. Bovendien was de man van eiseres op dat moment vlakbij de ingang van de woning aanwezig. Aangezien Al Shabaab volgens de verklaringen van eiseres de controle heeft over het gebied, zij een duidelijk overzicht hebben van wie waar werkt en wie wat doet, en zij overal informanten hebben hoefde verweerder de stelling van eiseres dat zij niet wisten hoe de man van eiseres eruit zag en dat zij hem daarom belde toen zij in de woning waren, niet te volgen.
4.1.1
Ook heeft verweerder kunnen tegenwerpen dat het bevreemdend is dat dat eiseres op straat door Al Shabaab werd benaderd over de rechtszaak die tegen haar liep. Volgens de verklaringen van eiseres waren leden van Al Shabaab namelijk kort daarvoor bij haar geweest om haar restaurant te sluiten. De verklaring van eiseres dat zij door Al Shabaab op straat is benaderd over de rechtszaak, omdat zij wilden doen voorkomen dat dit legaal was volgens de Sharia heeft verweerder niet hoeven volgen. Eiseres heeft immers niet onderbouwd dat het benaderen van iemand op straat over een rechtszaak de gebruikelijke/officiële gang van zaken is. Verweerder heeft zich verder ook op het standpunt kunnen stellen dat er geen logisch verband is tussen het sluiten van het restaurant en de rechtszaak waarin eiseres zou worden gedwongen om te trouwen met een lid van Al Shabaab. De verklaring van eiseres dat deze er wel is, omdat eiseres door het sluiten van restaurant financieel afhankelijk werd en daarom zou moeten trouwen heeft verweerder niet hoeven volgen. Gelet op de verklaring van eiseres dat zij gedwongen werd om met een Al Shabaab strijder te trouwen, bij gebreke waarvan zij afvallig worden verklaard, valt niet in te zien waarom het sluiten van het restaurant in dat verband relevant is.
4.1.2
Tenslotte heeft verweerder zich op het standpunt kunnen stellen dat eiseres in Mogadishu geen problemen heeft gehad. Eiseres heeft immers verklaard enkele dagen in Mogadishu te hebben verbleven zonder daar problemen te hebben ondervonden, ook nadat zij een dreigtelefoontje zou hebben ontvangen. Verweerder heeft de in de zienswijze afgelegde verklaring van eiseres dat zij na het ontvangen van het dreigtelefoontje van onderduikadres is veranderd, niet hoeven volgen. Eiseres heeft hier tijdens het gehoor namelijk niet over verklaard terwijl verweerder aan haar heeft gevraagd waar in Mogadishu zij heeft verbleven. De overgelegde getuigenverklaring van de oom van eiseres maakt het voorgaande niet anders, omdat dit niet gezien kan worden als objectieve verklaring.
Had verweerder aan eiseres een vergunning moeten verlenen omdat zij kan worden aangemerkt als alleenstaande vrouw?
5. De rechtbank is van oordeel dat verweerder aan eiseres geen vergunning hoefde te verlenen omdat zij kan worden aangemerkt als alleenstaande vrouw. In WBV 2022/9 onder “27.4.3. Alleenstaande vrouwen” staat hier over het volgende:

Aan een alleenstaande vrouw uit Somalië verleent de IND in de regel een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd op grond van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder b, Vw. Bij de beoordeling of een vrouw in Somalië als alleenstaand wordt gezien en op die grond bescherming behoeft, wordt in ieder geval meegewogen dat:
1. zij geen echtgenoot heeft – of geen persoon met wie zij een duurzame relatie heeft – in Somalië met wie zij kan gaan samenleven;
2. de gezinsband met haar ouderlijk gezin is verbroken en zij aannemelijk heeft gemaakt dat deze niet kan worden hersteld;
3. er geen familielid tot in de derde graad of sociaal netwerk is waar de vrouw, gelet op haar individuele omstandigheden, voor opvang en bescherming op terug kan vallen.
De IND verleent geen verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd op grond van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder b, Vw aan een alleenstaande vrouw als op grond van haar individuele asielrelaas aannemelijk is dat zij geen bescherming op grond van haar alleenstaande status nodig heeft. Hierbij wordt onder andere meegewogen of en hoe zij zich in het verleden zelfstandig heeft kunnen handhaven in het dagelijks leven in het land van herkomst.
Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder voldoende gemotiveerd waarom aan eiseres op deze grond geen vergunning wordt verleend. Eiseres heeft namelijk verklaard dat zij bij terugkeer bij haar familie kan verblijven, dat zij zichzelf kan onderhouden en dat zij financiële hulp kan krijgen. Hiermee komt zij gelet op hetgeen is opgenomen in WBV 2022/9 niet in aanmerking voor een verblijfsvergunning asiel als alleenstaande vrouw.

Conclusie en gevolgen

6. Verweerder heeft de aanvraag terecht afgewezen als ongegrond.
Het beroep is ongegrond. Eiseres krijgt geen vergoeding van haar proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S. Mac Donald, rechter, in aanwezigheid van mr. R. Moes, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
Informatie over hoger beroep
Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen één week na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.