Uitspraak
Le Petit B.V., te Zoetermeer, verzoekster
het college van burgemeester en wethouders van Zoetermeer, verweerder.
Van Nature B.V., te Zoetermeer, vergunninghouder
Rechtbank Den Haag
In deze uitspraak beslist de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op het verzoek om voorlopige voorziening van Le Petit B.V. tegen het bestreden besluit van het college van burgemeester en wethouders van Zoetermeer, waarin aan Van Nature B.V. een omgevingsvergunning is verleend voor het wijzigen van de gebruiksfunctie en het intern verbouwen van een gemeentelijk monument aan de Dorpsstraat 80 te Zoetermeer ten behoeve van een kinderdagverblijf. Verzoekster, Le Petit B.V., heeft beroep ingesteld tegen dit besluit en verzoekt de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter oordeelt dat er sprake moet zijn van 'onverwijlde spoed' om een voorlopige voorziening te treffen. Verzoekster stelt dat de opening van het kinderdagverblijf zal leiden tot financieel nadeel, omdat vergunninghouder voordelen heeft gekregen die niet aan haar zijn gegund. De voorzieningenrechter constateert echter dat verzoekster als concurrent belanghebbende is, maar dat de gestelde financiële gevolgen niet voldoende zijn onderbouwd. Bovendien is er geen bewijs dat verzoekster daadwerkelijk hinder ondervindt van de bouwwerkzaamheden aan het gemeentelijk monument.
De voorzieningenrechter concludeert dat het vereiste spoedeisend belang ontbreekt en wijst het verzoek om voorlopige voorziening af. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan op 23 november 2023 door mr. J. Schaaf, in aanwezigheid van griffier E.T. Rietbroek, en is openbaar uitgesproken.