ECLI:NL:RBDHA:2023:18076

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
23 november 2023
Publicatiedatum
23 november 2023
Zaaknummer
C/09/23/51 R
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussentijdse beëindiging van de schuldsaneringsregeling wegens tekortkomingen in verplichtingen

Op 23 november 2023 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak van een schuldenaar die zich in de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP) bevond. De bewindvoerder, R. de Geus, had een verzoek ingediend tot tussentijdse beëindiging van de regeling, omdat de schuldenaar niet voldeed aan zijn verplichtingen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de schuldenaar op verschillende punten tekortschiet in de nakoming van zijn verplichtingen, waaronder het verstrekken van informatie aan de bewindvoerder en het niet laten ontstaan van nieuwe schulden. De schuldenaar was op belangrijke zittingen niet verschenen, waardoor hij geen kans had om de verwijten te weerleggen.

De rechtbank heeft geconcludeerd dat de tekortkomingen van de schuldenaar ernstig genoeg zijn om de schuldsaneringsregeling tussentijds te beëindigen. De rechtbank heeft het verzoek van de bewindvoerder toegewezen en de schuldsaneringsregeling beëindigd. Tevens is de vergoeding van de bewindvoerder vastgesteld op € 3.404,08, voor zover de boedel toereikend is. De uitspraak is openbaar uitgesproken en de schuldenaar heeft de mogelijkheid om binnen acht dagen hoger beroep in te stellen tegen deze beslissing.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANKDEN HAAG
Team Insolventies
insolventienummer: C/09/23/51 R
vonnis van 23 november 2023
in de schuldsaneringsregeling van:
[schuldenaar]
wonende te [woonplaats]
Waar deze zaak over gaat
[schuldenaar] zit in de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP). De bewindvoerder heeft een verzoek tot tussentijdse beëindiging gedaan. De rechtbank beoordeelt nu of dat moet worden toegewezen. Als dat gebeurt, wordt de WSNP zonder schone lei beëindigd vóór de oorspronkelijke einddatum van die regeling. Dat betekent dat schuldeisers hun vorderingen weer op [schuldenaar] kunnen verhalen.
De rechtbank zal het verzoek van de bewindvoerder toewijzen. Zij legt hierna uit waarom zij zo beslist.

1. Verloop van de procedure

1.1.
[schuldenaar] is op 9 mei 2023 toegelaten tot de WSNP. Daarbij is mr. A.C.M. Höppener tot rechter-commissaris. R. de Geus (Van der Linden C.S.) te Zwijndrecht is tot bewindvoerder benoemd.
1.2.
De looptijd van de regeling is drie jaar en loopt dus in beginsel af op 9 mei 2026.
1.3.
Op 27 juli 2023 heeft een verhoor plaatsgevonden, in verband met het ontstaan van nieuwe schulden en tekortkomingen in de informatie- en de afdrachtverplichting. [schuldenaar] is, hoewel hij behoorlijk is opgeroepen, niet op dat verhoor verschenen.
1.4.
De bewindvoerder heeft op 11 september 2023 een verzoek tot tussentijdse beëindiging van de regeling gedaan. Volgens de bewindvoerder komt [schuldenaar] de informatieverplichting, de verplichting geen nieuwe schulden te laten ontstaan en de afdrachtverplichting niet (voldoende) na. Omdat de informatieverplichting niet wordt nagekomen kan niet gecontroleerd worden of [schuldenaar] aan zijn inspanningsverplichting voldoet.
1.5.
De bewindvoerder heeft in aanloop naar de zitting de rechtbank bij brief van 27 oktober 2023 geïnformeerd over de laatste stand van zaken. Hieruit blijkt dat de informatieverplichting, de verplichting geen nieuwe schulden te laten ontstaan en de afdrachtverplichting nog steeds niet worden nagekomen.
1.6.
Het verzoek is op de zitting van 9 november 2023 behandeld. [schuldenaar] is zonder opgave van reden(en) en correct opgeroepen, maar niet verschenen. Wel is verschenen:
- de heer R. de Geus, de bewindvoerder.
1.7.
De rechtbank heeft hierna vonnis bepaald op vandaag.

2.De beoordeling

2.2.
Van personen die zijn toegelaten tot de WSNP wordt verwacht dat zij zich maximaal inspannen om te voldoen aan de daaraan verbonden verplichtingen. Deze verplichtingen bestaan (samengevat) uit het verstrekken van voldoende informatie aan de bewindvoerder, de inspanning om fulltime betaald te werken of aantoonbaar te solliciteren naar betaald fulltime werk, het niet laten ontstaan van nieuwe schulden en het afdragen van een bepaald deel van het inkomen aan de boedel.
2.3.
De rechtbank moet beoordelen of het verwijt dat [schuldenaar] niet aan deze verplichtingen voldoet, gegrond is en als dat zo is, of dat dan ook moet leiden tot tussentijdse beëindiging van de regeling. De rechtbank overweegt als volgt.
2.4. Vrijwel direct na toelating tot de schuldsaneringsregeling is [schuldenaar] op verschillende punten de verplichtingen die de regeling meebrengt, niet nagekomen. [schuldenaar] verstrekt niet de informatie waarom is verzocht, zoals loonstroken en maandelijkse informatieformulieren. Verder heet [schuldenaar] na toelating een transitievergoeding ontvangen die de boedel toekomt. De vergoeding heeft [schuldenaar] echter op een andere manier uitgegeven. Het is niet duidelijk of, en zo ja hoeveel, [schuldenaar] werkt en er is een geschatte boedelachterstand ontstaan van ruim € 3.300,-. Ten slotte zijn er nieuwe schulden ontstaan ter zake van motorrijtuigenbelasting en diverse verkeersboetes. Omdat [schuldenaar] hiermee op alle fronten tekortschoot, is al op 27 juli 2023 (twee maanden na aanvang) een verhoor ingepland. [schuldenaar] is zonder opgaaf van reden(en) niet op dit verhoor verschenen.
2.5.
[schuldenaar] is eveneens zonder opgave van redenen niet op zitting van 9 november 2023 verschenen. Hij heeft daardoor geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid om de verwijten aan zijn adres te bestrijden of in een ander daglicht te stellen. Uit de door de bewindvoerder aangeleverde informatie blijkt dat [schuldenaar] nog steeds niet informeert en dat de geschatte boedelachterstand is opgelopen. Er zijn nog meer nieuwe schulden ontstaan en [schuldenaar] heeft een strafbaar feit gepleegd door met zijn voertuig meer dan 60 km/ uur te hard te rijden. Uit al deze feiten en omstandigheden volgt dat [schuldenaar] zich niet maximaal inspant om de schuldsaneringsregeling tot een goed einde te brengen. Integendeel, [schuldenaar] lijkt zich in het geheel niets aan te trekken van (het regime van) de schuldsaneringsregeling.
2.6.
De rechtbank is van oordeel dat [schuldenaar] toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van zijn verplichtingen, dat het niet nakomen van de verplichtingen aan [schuldenaar] te verwijten is en zo ernstig is dat de regeling tussentijds moet worden beëindigd. De rechtbank zal het verzoek van de bewindvoerder daarom toewijzen.
2.7.
De rechtbank zal de vergoeding van de bewindvoerder vaststellen.

3.De beslissing

De rechtbank:
- beëindigt de schuldsaneringsregeling tussentijds;
- stelt de vergoeding van de bewindvoerder vast op € 3.404,08 (inclusief de verschuldigde omzetbelasting), voor zover de boedel toereikend is.
Dit is de beslissing van mr. R.G.C. Veneman, rechter, in samenwerking met J.N. van Berkel, griffier. Deze beslissing is in het openbaar uitgesproken op 23 november 2023.
Wat kunt u doen als u het niet eens bent met deze uitspraak?
Tegen deze uitspraak kan degene die dat volgens de Faillissementswet mag gedurende acht dagen na de dag van deze uitspraak hoger beroep instellen. Dat kan door een advocaat een verzoekschrift in te laten dienen bij de griffie van het gerechtshof in Den Haag.