ECLI:NL:RBDHA:2023:18036
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van asielaanvraag wegens ontbreken procesbelang
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 16 november 2023 uitspraak gedaan in een asielprocedure. De eiser, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. N. Wouters, had beroep ingesteld tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, dat de asielaanvraag van eiser als kennelijk ongegrond had afgewezen. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser niet op de zitting aanwezig was, maar dat zijn gemachtigde wel aanwezig was. De staatssecretaris was vertegenwoordigd door mr. A. Hadfy-Kovacs en nam digitaal deel aan de zitting.
De rechtbank heeft het beroep niet-ontvankelijk verklaard, omdat eiser door het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) op 6 oktober 2023 en door de vreemdelingendienst op 15 november 2023 is afgemeld als vertrokken met onbekende bestemming. De gemachtigde van eiser heeft op 13 november 2023 aangegeven dat zij geen contact meer kon krijgen met eiser en niet op de hoogte was van zijn verblijfplaats. De rechtbank verwijst naar de jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, waarin wordt gesteld dat een vreemdeling die met onbekende bestemming vertrekt, kennelijk geen prijs meer stelt op de bescherming die hij aanvankelijk zocht.
De rechtbank concludeert dat eiser zijn procesbelang heeft verloren, omdat hij niet meer bereikbaar is voor zijn gemachtigde. De gemachtigde heeft bevestigd dat zij sinds 10 oktober 2023 geen contact meer heeft gehad met eiser. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er is een rechtsmiddel tegen deze uitspraak mogelijk binnen één week na bekendmaking.