ECLI:NL:RBDHA:2023:17917

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
3 november 2023
Publicatiedatum
22 november 2023
Zaaknummer
NL23.22405
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing asielaanvraag en verzoek om voorlopige voorziening

In de zaak tussen [naam verzoeker] en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 3 november 2023 uitspraak gedaan. Verzoeker, vertegenwoordigd door mr. R. Akkaya, had beroep ingesteld tegen het besluit van 2 augustus 2023, waarin zijn asielaanvraag als kennelijk ongegrond werd afgewezen. Tevens verzocht verzoeker om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft de zaak behandeld en op basis van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan buiten zitting. Tijdens de mondelinge uitspraak op 27 oktober 2023 in een andere zaak (NL23.22404) was al een beslissing genomen op het beroep, waardoor de voorlopige voorziening niet meer nodig was. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening dan ook afgewezen. Daarnaast is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. H. Remerie, in aanwezigheid van griffier mr. Ż.A. Meinert, en is bekendgemaakt op 3 november 2023. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg Bestuursrecht zaaknummer: NL23.22405
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam verzoeker] , verzoeker V-nummer: [V-nr.] (gemachtigde: mr. R. Akkaya),

en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

Procesverloop

In het besluit van 2 augustus 2023 (bestreden besluit) heeft verweerder de asielaanvraag van verzoeker afgewezen als kennelijk ongegrond.1
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter doet met toepassing van artikel 8:83, derde lid, van de Awb2 uitspraak buiten zitting.

Overwegingen

1. Bij mondelinge uitspraak van 27 oktober 2023, zaaknummer NL23.22404, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.
1. Op grond van artikel 30b, eerste lid, aanhef en onder a, b en c, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw).
2 Algemene wet bestuursrecht.
Deze uitspraak is gedaan door mr. H. Remerie, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. Ż.A. Meinert, griffier.
De uitspraak is bekendgemaakt op:

Documentcode: DSR31294433

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.