ECLI:NL:RBDHA:2023:1791
Rechtbank Den Haag
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Afwijzing vordering tot betaling van dwangsommen door de Staat der Nederlanden in kort geding over rechterlijke onafhankelijkheid
In deze zaak heeft eiser, aangeduid als [eiser01], de Staat der Nederlanden aangeklaagd in een kort geding, waarin hij vorderingen heeft ingediend met betrekking tot vermeende onrechtmatige rechterlijke beslissingen. Eiser stelt dat hij al geruime tijd betrokken is in verschillende procedures en dat hij herhaaldelijk wordt benadeeld door de rechterlijke macht, wat zijn recht op een eerlijk proces zou schenden. Hij vordert dat de Staat wordt veroordeeld tot het betalen van dwangsommen voor elke onrechtmatige beslissing die door rechters wordt genomen. De voorzieningenrechter heeft op 7 februari 2023 uitspraak gedaan en de vorderingen van eiser afgewezen. De rechter oordeelde dat de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht niet kan worden aangetast door een veroordeling tot betaling van dwangsommen, omdat dit zou betekenen dat de Staat invloed zou uitoefenen op de beslissingen van individuele rechters. De voorzieningenrechter benadrukte dat alleen een hoofdveroordeling kan leiden tot een dwangsom en dat de vorderingen van eiser niet aan deze voorwaarde voldoen. Bovendien werd opgemerkt dat de vorderingen van eiser niet ontvankelijk zijn, omdat deze zich richten op de processuele belangen die hij stelt te hebben bij andere rechtsinstanties. De voorzieningenrechter heeft ook aangegeven dat het niet aan hem is om te oordelen over de gedragingen van andere rechters in concrete zaken. Eiser werd veroordeeld in de proceskosten van het geding, die zijn begroot op € 1.755,--.