ECLI:NL:RBDHA:2023:17904

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
3 oktober 2023
Publicatiedatum
22 november 2023
Zaaknummer
NL23.23793
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Proces-verbaal
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing aanvraag verblijfsvergunning asiel wegens niet indienen beroepsgronden

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 3 oktober 2023 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de afwijzing van een aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel. De eiser had op 14 augustus 2023 een aanvraag ingediend, welke door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid als ongegrond werd afgewezen. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld, maar heeft geen beroepsgronden ingediend, ondanks een aanmaning van de rechtbank om dit te doen. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser op 19 september 2023 met onbekende bestemming is vertrokken en dat hij en zijn gemachtigde niet op de zitting zijn verschenen, ondanks een bericht van verhindering. De rechtbank heeft de zaak onmiddellijk na de behandeling ter zitting behandeld en heeft het beroep niet-ontvankelijk verklaard, omdat eiser niet heeft gereageerd op de verzoeken om beroepsgronden in te dienen. De rechtbank heeft geoordeeld dat eiser geen geldige reden heeft gegeven voor het niet indienen van deze gronden, waardoor de rechtbank niet inhoudelijk kon ingaan op het beroep. Eiser krijgt geen gelijk en er wordt geen vergoeding van proceskosten toegekend. De uitspraak is openbaar uitgesproken door rechter N.M. Spelt, in aanwezigheid van griffier N.R. Hoogenberk.

Uitspraak

proces-verbaal uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL23.23793
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiser] , eiser

V-nummer: [V nummer] (gemachtigde: mr. P.E.J.M. Bartels),
en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: mr. C.W.M. van Breda).

Procesverloop

Bij besluit van 14 augustus 2023 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van eiser tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de algemene procedure afgewezen als ongegrond.
Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Verweerder heeft op 28 september 2023 nog een stuk in het dossier geplaatst waaruit blijkt dat eiser sinds 19 september 2023 met onbekende bestemming is vertrokken.
De rechtbank heeft het beroep op 3 oktober 2023 op zitting behandeld. Eiser en zijn gemachtigde zijn, met bericht van verhindering, niet verschenen. De gemachtigde van verweerder was wel aanwezig.
Na afloop van de behandeling van de zaak ter zitting heeft de rechtbank onmiddellijk uitspraak gedaan.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.

Overwegingen

1. De rechtbank geeft hiervoor de volgende motivering.
2. Iemand die in beroep gaat moet uitleggen waarom hij het niet eens is met het besluit en dit ook uitleggen. Dat worden ‘beroepsgronden’ genoemd. Dit staat in artikel 6:5 van de
Algemene wet bestuursrecht (Awb). Als dat niet gebeurt is de hoofdregel dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk mag behandelen. Soms is dat anders. Dan is er een geldige reden waarom er geen beroepsgronden zijn genoemd. Het gaat dan om omstandigheden waar eiser niets aan kan doen.
3. De rechtbank heeft eiser op 21 augustus 2023 een brief gestuurd, waarin staat dat hij uiterlijk op 28 augustus 2023 moet aangeven waarom hij het niet eens is met het besluit.
4. Eiser heeft niet gereageerd op deze brief. Eiser heeft hiervoor geen geldige reden gegeven.
5. De rechtbank behandelt het beroep daarom niet inhoudelijk en verklaart het beroep niet- ontvankelijk.
6. Eiser krijgt geen gelijk en daarom ook geen vergoeding van zijn proceskosten.
Deze uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 3 oktober 2023 door mr. N.M. Spelt, rechter, in aanwezigheid van mr. N.R. Hoogenberk, griffier.
Dit proces-verbaal is bekendgemaakt op:
05 oktober 2023

Documentcode: [Documentcode]

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen één week na de dag van bekendmaking van dit proces-verbaal.