ECLI:NL:RBDHA:2023:17904
Rechtbank Den Haag
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag verblijfsvergunning asiel wegens niet indienen beroepsgronden
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 3 oktober 2023 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de afwijzing van een aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel. De eiser had op 14 augustus 2023 een aanvraag ingediend, welke door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid als ongegrond werd afgewezen. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld, maar heeft geen beroepsgronden ingediend, ondanks een aanmaning van de rechtbank om dit te doen. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser op 19 september 2023 met onbekende bestemming is vertrokken en dat hij en zijn gemachtigde niet op de zitting zijn verschenen, ondanks een bericht van verhindering. De rechtbank heeft de zaak onmiddellijk na de behandeling ter zitting behandeld en heeft het beroep niet-ontvankelijk verklaard, omdat eiser niet heeft gereageerd op de verzoeken om beroepsgronden in te dienen. De rechtbank heeft geoordeeld dat eiser geen geldige reden heeft gegeven voor het niet indienen van deze gronden, waardoor de rechtbank niet inhoudelijk kon ingaan op het beroep. Eiser krijgt geen gelijk en er wordt geen vergoeding van proceskosten toegekend. De uitspraak is openbaar uitgesproken door rechter N.M. Spelt, in aanwezigheid van griffier N.R. Hoogenberk.