ECLI:NL:RBDHA:2023:17896
Rechtbank Den Haag
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Wraking van de rechter en griffier in een civiele procedure zonder behandelend rechter
Op 9 juni 2023 heeft de meervoudige wrakingskamer van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan op het wrakingsverzoek van verzoeker, die niet-ontvankelijk werd verklaard. Het wrakingsverzoek was ingediend tegen de rechter in de hoofdzaak, die nog niet was aangewezen, en tegen de griffier, de rechtbank en de rechtspraak. De wrakingskamer oordeelde dat er geen behandelend rechter was, aangezien de hoofdzaak zich nog niet in de fase bevond waarin een rechter aan de zaak was toegewezen. Verzoeker had op 30 mei 2023 een wrakingsverzoek ingediend, maar de procedure was nog niet vergevorderd. De wrakingskamer benadrukte dat een wrakingsverzoek alleen kan worden ingediend tegen een rechter die de zaak inhoudelijk behandelt. Daarnaast ontbraken in de ingediende stukken concrete feiten die de vrees voor partijdigheid van de rechter konden onderbouwen. De wrakingskamer verklaarde verzoeker ook niet-ontvankelijk in het verzoek tot wraking van de griffier, de rechtbank en de rechtspraak, omdat dit niet in overeenstemming was met de wettelijke bepalingen. De beslissing werd openbaar uitgesproken en er stond geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.