ECLI:NL:RBDHA:2023:17894
Rechtbank Den Haag
- Proceskostenveroordeling
- Rechtspraak.nl
Proceskostenveroordeling in bestuursrechtelijke procedure inzake mvv-aanvraag
In deze zaak heeft verzoeker op 2 juni 2023 beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op de mvv-aanvraag van de referente, die op 16 november 2022 was ingediend. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, als verweerder, heeft op 11 augustus 2023 de aanvraag ingewilligd. Na deze beslissing heeft verzoeker het beroep ingetrokken en verzocht om een vergoeding van de proceskosten. De rechtbank heeft verweerder de gelegenheid gegeven om op dit verzoek te reageren, waarop verweerder heeft aangegeven bereid te zijn de proceskosten te vergoeden tot een bedrag van € 418,50.
De rechtbank heeft de zaak zonder zitting behandeld op basis van artikel 8:54, eerste lid van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). In de overwegingen van de rechtbank wordt ingegaan op de relevante artikelen van de Awb, die de veroordeling in proceskosten regelen. De rechtbank stelt vast dat verweerder tegemoet is gekomen aan het beroep van verzoeker en dat er een toezegging is gedaan om de proceskostenvergoeding te betalen. De rechtbank heeft vervolgens besloten om verweerder te veroordelen in de proceskosten tot het gevraagde bedrag van € 418,50, gebaseerd op de waarde van het ingediende beroepschrift en de wegingsfactor.
De uitspraak is gedaan door rechter N.M. van Waterschoot, in aanwezigheid van griffier J.A. Hessels, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie. Verzoekers die het niet eens zijn met deze uitspraak hebben de mogelijkheid om binnen 6 weken een verzetschrift in te dienen bij de rechtbank, waarin zij hun bezwaren kunnen toelichten.