ECLI:NL:RBDHA:2023:17887
Rechtbank Den Haag
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Wrakingsverzoek tegen rechters in civiele procedure
Op 8 juni 2023 heeft de meervoudige wrakingskamer van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan op een wrakingsverzoek van een verzoekster. Dit verzoek was gericht tegen de rechters A.M.A. Keulen, R. Cats en R.G.C. Veneman, die betrokken waren bij een eerdere wrakingszaak. De verzoekster had eerder een wrakingsverzoek ingediend tegen mr. C.S.F. de Nijs, maar dit verzoek was door de wrakingskamer niet-ontvankelijk verklaard omdat het te laat was ingediend. In haar nieuwe verzoek stelde de verzoekster dat zij de wraking wilde voortzetten, maar de wrakingskamer oordeelde dat het verzoek niet onderbouwd was en dat de wet geen mogelijkheid biedt om een rechter te wraken na een einduitspraak in een wrakingszaak.
De wrakingskamer benadrukte dat een rechter alleen gewraakt kan worden als er concrete omstandigheden zijn die de onpartijdigheid van de rechter in gevaar kunnen brengen. Aangezien het verzoek was ingediend na de uitspraak van de wrakingskamer en niet voldeed aan de wettelijke vereisten, werd de verzoekster niet-ontvankelijk verklaard. Bovendien werd vastgesteld dat het verzoek tegen de griffier niet mogelijk was volgens de wet. De wrakingskamer concludeerde dat de verzoekster het wrakingsmiddel misbruikte, wat leidde tot onredelijke vertraging van de rechtspleging. Daarom werd bepaald dat een volgend wrakingsverzoek in deze zaak niet meer in behandeling zou worden genomen.
De beslissing werd openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.