ECLI:NL:RBDHA:2023:17877

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
21 november 2023
Publicatiedatum
21 november 2023
Zaaknummer
10549875 RP VERZ 23-50320
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Kosten zonnepanelen op gemeenschappelijke meter in appartementsrechtelijke situatie

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 21 november 2023 uitspraak gedaan in een verzoekschrift van twee verzoekers, eigenaren van een stadswoning, tegen de Vereniging van Eigenaren (VvE) van een appartementengebouw. De verzoekers stelden dat de kosten van de zonnepanelen, die op het dak van het appartementengebouw zijn geplaatst en zijn aangesloten op een algemene meter, niet voor rekening van alle leden van de VvE zouden moeten komen. De VvE had besloten dat de zonnepanelen als gemeenschappelijke zaken moesten worden beschouwd, omdat de energieopbrengsten ook ten goede komen aan de gemeenschappelijke voorzieningen zoals de lift en de verlichting van de parkeerplaats.

De procedure begon met een verzoekschrift dat op 8 juni 2023 bij de griffie was ingediend, gevolgd door een mondelinge behandeling op 24 oktober 2023. Tijdens deze behandeling werd de situatie van het appartementengebouw besproken, dat bestaat uit 20 appartementen en 9 stadswoningen, met gemeenschappelijke voorzieningen. De rechtbank oordeelde dat de zonnepanelen, die energie leveren voor de gemeenschappelijke voorzieningen, inderdaad als gemeenschappelijke zaken moeten worden aangemerkt. Dit betekent dat de kosten voor de zonnepanelen verdeeld moeten worden over alle eigenaren, inclusief de eigenaren van de stadswoningen.

De rechtbank concludeerde dat de VvE in redelijkheid had besloten om de zonnepanelen als gemeenschappelijke zaken te beschouwen en dat de verzoekers geen recht hadden op de gevraagde schorsing of vernietiging van de besluiten van de VvE. De verzoeken van de verzoekers werden afgewezen en zij werden veroordeeld in de proceskosten van de VvE, begroot op € 528,-.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Zittingsplaats 's-Gravenhage
CB/c
Zaaknr.: 10549875 RP VERZ 23-50320
21 november 2023
Beschikking op een verzoek ex artikel 2:14/2:15 BW jo. 5:130 en ex artikel 5:121 BW
op verzoek van:
[verzoeker],
en
[verzoekster],
beiden wonende te [woonplaats] ,
verzoekers,
hierna te noemen: [verzoekers] ,
gemachtigde: mr. J.C. Bruins (Achmea Rechtsbijstand),
tegen
de
Vereniging van Eigenaren Damcentrum Plaspoelkade A3 te Leidschendam,
statutair gevestigd te Leidschendam,
verweerster,
hierna te noemen: de VvE,
gemachtigde: mevr. mr. A.J.N. Kolsters (Schaap Advocaten en Notarissen).

1.De procedure

1.1
De kantonrechter heeft kennis genomen van de volgende stukken:
  • het inleidende verzoekschrift, binnengekomen bij de griffie op 8 juni 2023, met acht producties (bijlagen nrs. 1 tot en met 8);
  • het verweerschrift, binnengekomen bij de griffie op 11 oktober 2023, met 14 producties (nrs. 1 tot en met 14).
1.2
Het verzoekschrift is besproken tijdens een mondelinge behandeling die is gehouden op 24 oktober 2023. Daarbij waren [verzoeker] en, namens [verzoekers] , hun gemachtigde aanwezig en waren namens de VvE de heren [naam 1] , [naam 2] en [naam 3] aanwezig alsmede de gemachtigde van de VvE. Tijdens de mondelinge behandeling heeft de gemachtigde van [verzoekers] pleitaantekeningen overgelegd. Van hetgeen verder besproken is heeft de griffier zakelijke aantekeningen gemaakt, die zich in het griffiedossier bevinden.
1.3
Na de mondelinge behandeling is uitspraak op het verzoek bepaald op heden.

2.De feiten

2.1
[verzoekers] zijn eigenaren van het appartementsrecht aan de [adres] te [plaats] (hierna: de woning).
2.2
De woning maakt deel uit van een complex dat bestaat uit een appartementengebouw met 20 appartementsrechten en 9 stadswoningen, een gemeenschappelijke parkeerplaats en diverse algemene ruimtes, die alleen toegankelijk zijn voor eigenaren van de appartementen. Rondom de parkleerplaats bevinden zich nog 9 bergingen, die alleen toegankelijk zijn voor de eigenaren van de stadswoningen. De parkeerplaats is toegankelijk voor alle eigenaren.
2.3
De woning is een van de 9 stadswoningen.
2.4
Op het dak van het appartementengebouw zijn zonnepanelen geplaatst, die zijn aangesloten op de algemene meter waarop alle stroomgebruikers van de gemeenschappelijke delen zijn aangesloten, zoals verlichting van de parkeerplaats, lift, hydrofoor, algemene ruimtes en toegangshekken.
2.5
Op de daken van de stadswoningen zijn zonnepanelen geplaatst, die uitsluitend zijn aangesloten op de stadswoningen op wier dak de panelen zijn geplaatst.
2.6
Artikel 9 lid 1 van de Splitsingsakte luidt (voor zover relevant):
Tot de schulden van de gezamenlijke eigenaars als bedoeld in artikel 5:112 eerste lid onder a van het Burgerlijk Wetboek worden gerekend: a. die welke gemaakt zijn in verband met het onderhoud of het gebruik van de gemeenschappelijke gedeelten of van de gemeenschappelijke zaken of tot het behoud daarvan; (….)
2.7
Artikel 9 lid 2 van de Splitsingsakte luidt (voor zover relevant):
In afwijking van het in lid 1 bepaalde geldt zoveel mogelijk dat de eigenaren van de stadswoningen niet bijdragen in de kosten met betrekking tot de appartementen/woningen, en andersom, en de eigenaren van de stadswoningen verantwoordelijk zijn voor de kosten met betrekking tot hun eigen woning, dat wil zeggen: a. De eigenaren van de stadswoningen met de indexcijfers 1 tot en met 9 behoeven niet bij te dragen in de kosten van onderhoud, herstel of vernieuwing van de gemeenschappelijke zaken en gemeenschappelijk gedeelten, voor zover die zich bevinden in het gedeelte van het gebouw waarin de woningen met de indexcijfers 10 tot en met 29 zijn gesitueerd, echter met uitzondering van die betrekking hebbend op de parkeerruimte en de toegang daartoe. b. De eigenaren van de appartementsrechten met de indexcijfers 10 tot en met 29 behoeven niet bij te dragen in de kosten van onderhoud, herstel of vernieuwing van de gemeenschappelijke gedeelten of gemeenschappelijke zaken, voor zover die zich bevinden in het gedeelte van het gebouw waarin zich de woningen met indexcijfers 1 tot en met 9 bevinden, met uitzondering van die betrekking hebbend op de parkeerruimte en de toegang daartoe. (…)
2.8
Artikel 17 lid 1 van de Splitsingsakte luidt (voor zover relevant):
Tot de gemeenschappelijke gedeelten en de gemeenschappelijke zaken worden onder meer gerekend, voor zover aanwezig: (….) e. de energie besparende voorzieningen in of aan de gemeenschappelijke gedeelten en/of de gemeenschappelijke zaken; f. de installaties met de daarbij behorende leidingen, voorzieningen en overige werken, van: (….) – de algemene beveiliging; - de gemeenschappelijke verlichting; die niet bestemd zijn om uitsluitend te worden gebruikt door de eigenaar of gebruiker van - of niet uitsluitend dienstbaar zijn aan – één privé gedeelte; (….)
2.9
Artikel 18 van de Splitsingsakte luidt:
Indien er twijfel bestaat of een gedeelte van het gebouw of de grond dan wel een zaak al dan niet tot de gemeenschappelijke gedeelten en/of de gemeenschappelijke zaken behoort, wordt hierover beslist door de vergadering.

3.De verzoeken van [verzoekers] en het verweer van de VvE

3.1
[verzoekers] verzoeken bij beschikking, uitvoerbaar bij voorraad: (I.) de besluiten van de vergadering [van de VvE] d.d. 9 mei 2023 op de in het verzoekschrift genoemde punten nietig te verklaren dan wel te vernietigen; (II.) de gewraakte besluiten te schorsen totdat op voornoemd verzoek onherroepelijk is beslist; (III.) [verzoekers] te machtigen om op kosten van de VvE tussenmeters te mogen plaatsen; (IV.) de VvE te veroordelen in de kosten van de procedure.
3.2
[verzoekers] leggen aan hun verzoek ten grondslag dat de zonnepalen zijn gelegd op het dak van het appartementengebouw, mede om dit gebouw aan de wet- en regelgeving te laten voldoen en in die zin uitsluitend ten goede komen aan de eigenaren van de appartementen. Daarnaast worden de energieopbrengsten van de zonnepanelen ook gebruikt voor de voorzieningen, waarvoor de eigenaren van de stadswoningen niet in de kosten moeten bijdragen, zoals de lift en de hydrofoor.
3.3
Het verweer van de VvE luidt dat de VvE op goede gronde heeft besloten de zonnepanelen als gemeenschappelijke zaken te beschouwen, te meer omdat de energieopbrengsten mede worden gebruik voor de parkeergarage en toegangen, die gemeenschappelijk zijn.

4.De beoordeling

4.1
In deze procedure gaat het om de uitleg van een splitsingsakte, die een in wezen complexe appartementsrechtelijke situatie regelt. De feitelijke situatie betreft een appartementengebouw, waarin zich 20 appartementen alsmede enkele voor de appartementen bestemde voorzieningen (zoals lift en hydrofoor) bevinden, een negental min of meer zelfstandige stadswoningen en een parkeerplaats met toegangen, die voor het gebruik door alle eigenaren van de appartementen en de stadswoningen bestemd zijn, allemaal binnen het kader van één VvE.
4.2
Op het dak van het appartementengebouw zijn thans zonnepanelen geplaatst, waarvan de opbrengst wordt gebruikt voor de energievoorziening van de gemeenschappelijke voorzieningen van het appartementengebouw en de energievoorziening van de parkeerplaats en de toegang(en) daartoe.
4.3
In haar vergadering van 9 mei 2023 heeft de VvE met meerderheid van stemmen besloten dat de zonnepanelen op het appartementengebouw gemeenschappelijke zaken zijn en dat de kosten ervan worden omgeslagen over alle appartementeneigenaren en eigenaren van stadswoningen. [verzoekers] kunnen zich met dat besluit niet verenigen en vragen dat besluit nietig te verklaren dan wel te vernietigen.
4.4
Uit de overgelegde stukken en hetgeen tijdens de mondelinge behandeling is besproken komt naar voren dat de energie die door de betreffende zonnepanelen wordt opgewekt met name wordt gebruikt voor de energievoorziening van de gemeenschappelijke voorzieningen van het appartementengebouw en de energievoorziening van de parkeerplaats en de toegang(en) daartoe. Dat betekent dat de zonnepanelen een alternatieve energiebron voor deze voorzieningen is. Zonder deze energiebron zou stroom van het openbare stroomnet moet worden betrokken tegen de daarvoor geldende tarieven.
4.5
Uit artikel 9 lid 1 in combinatie met lid 2 van de Splitsingsakte volgt dat de kosten van energievoorziening van de parkeerplaats voor rekening komen van de eigenaren van de appartementen en de stadwoningen gezamenlijk. Deze kosten bestaan ofwel in de energiekosten, die aan de energieleverancier, die via het openbare stroomnet energie levert, betaald moeten worden, dan wel de (installatie- en onderhoudskosten-)
kosten van zonnepanelen, indien die als energiebron worden gebruikt. Niet ter discussie staat dat de parkeerplaats een zeker energieverbruik heeft, ongeacht wat de bron van de energie is.
4.6
Naar het oordeel van de kantonrechter volgt reeds uit de bewoording van artikel 17 lid 1 onder f. van de Splitsingsakte dat de zonnepanelen op het dak van het appartementengebouw gemeenschappelijke zaken zijn. Immers de zonnepanelen
met de daarbij behorende leidingenzijn
installaties van de algemene beveiliging(de toegangshekken) en
de gemeenschappelijke verlichting,omdat de zonnepanelen
niet bestemd zijn om uitsluitend te worden gebruikt door de eigenaar of gebruiker van één privé gedeelte.
4.7
Voor zover over het voorgaande nog onduidelijkheid zou bestaan heeft de VvE gebruik gemaakt van haar bevoegdheid in artikel 18 van de Splitsingsakte door te beslissen dat de zonnepanelen tot de gemeenschappelijke zaken behoren.
4.8
Uit het voorgaande vloeit voort dat de beslissing van de VvE om de zonnepanelen tot gemeenschappelijke zaken te bestempelen strikt genomen niet noodzakelijk was, omdat reeds uit artikel 17 van de Splitsingsakte voortvloeit dat de zonnepanelen gemeenschappelijke zaken zijn.
4.9
Niettemin is de kantonrechter van oordeel dat de VvE in redelijkheid tot de beslissing heeft kunnen komen om de zonnepanelen tot de gemeenschappelijke zaken te rekenen. Het staat immers vast dat de parkeerplaats en de toegangen daartoe een zekere energiebehoefte hebben in de vorm van verlichting van de parkeerplaats en aandrijving van de toegangshekken. Dat betekent in ieder geval dat de VvE daartoe de benodigde energie moet inkopen en dat de leden van de VvE in de verhouding van en op de wijze zoals door de Splitsingsakte is bepaald in de kosten van dit energieverbruik moeten bijdragen. De kosten van dit energieverbruik kunnen bestaan uit de kosten, die de VvE moet betalen aan de leverancier via het openbare stroomnet of de kosten van installatie en onderhoud van een alternatieve bron, zoals de zonnepanelen op het dak van het appartementengebouw. In financiële zin is het onderscheid tussen de twee dat de kosten van energie van een leverancier bestaan uit een zeker tarief, dat bestaat uit de vaste kosten van investeringen in energiebronnen (zoals bijvoorbeeld een energiecentrale of een zonne- of windpark en de stroomkabels van de centrale of het park naar de afnemer) vermeerderd met de variabele kosten (zoals bijvoorbeeld het energieverbruik van de energiecentrale), terwijl in het geval van het plaatsen van zonnepanelen in eigen beheer de kosten bestaan uit de investeringskosten, die moeten worden opgebracht voor het plaatsen van de zonnepanelen en daarna nog de kosten van onderhoud. Over de levensduur van de zonnepanelen gerekend is het aannemelijk dat de
totalekosten van de zonnepanelen lager zullen uitvallen dan de
totaleenergiekosten die over dezelfde periode aan een energieleverancier betaald moeten worden. Alleen gaat in het geval van zonnepanelen de kost voor de baat uit, want het grootste deel van de kosten moet worden gemaakt, voordat sprake is van het opwekken van de energie. Gaandeweg zullen deze kosten worden ‘terugverdiend’, totdat een omslagpunt is bereikt. Alleen al uit economische overwegingen valt te billijken dat de VvE de kosten van aanleg en onderhoud van de zonnepanelen op het dak van het appartementengebouw in een zekere verdeelsleutel aan de gebruikers van de parkeerplaats doorberekent.
4.1
Los van de voorgaande economische overwegingen speelt ook een rol dat algemeen erkend is dat zonnepanelen een bijdrage leveren een het terugdringen van de CO2-uitstoot en dat is een maatschappelijk belang waar in de huidige tijd terdege rekening mee mag worden gehouden. In dat kader moet ook de situatie gezien worden dat de zonnepanelen hebben bijgedragen aan het behalen van een Energie Prestatie Coëfficiënt van 0,40, die toegerekend is aan het appartementengebouw. Dat is een ‘voordeel’ dat in het kader van de energiekosten voor de pareerplaats niet op een economische waarde is te schatten. Maar hierdoor hebben de eigenaren van de stadswoningen ook geen economisch nadeel, zelfs niet als dat voordeel uitsluitend ten gunste is van de eigenaren van de appartementen.
4.11
De conclusie van het voorgaande is dat de kantonrechter geen aanleiding ziet om het besluit van de VvE om de zonnepanelen op het dak van het appartementengebouw als gemeenschappelijke zaken aan te merken nietig te verklaren of te vernietigen.
4.12
Dan rest nog de vraag of er tussenmeters geplaats moeten worden om de kosten van energieverbruik van de parkeerplaats en toegangen op een juiste wijze te kunnen doorberekenen aan alle eigenaren van de stadswoningen en de appartementen. Tijdens de mondelinge behandeling heeft de VvE gesteld dat de kosten voor het plaatsen van tussenmeters rond de € 10.000,- bedragen. Weliswaar hebben [verzoekers] de hoogte van de kosten betwist, maar hoe dan ook moeten kosten gemaakt worden om tussenmeters te plaatsen.
4.13
Naar het oordeel van de kantonrechter is voor het plaatsen van tussenmeters geen noodzaak. Daarvoor is maatgevend dat tijdens de mondelinge behandeling van de zijde van de VvE voldoende aannemelijk is gemaakt dat het (jaarlijkse) energieverbruik van de parkeerplaats en de toegangen in termen van kWh’en een (min of meer) constante factor is. Anderzijds wordt de energieopbrengst van de zonnepanelen gemeten, maar de energieopbrengsten kunnen uiteraard van jaar tot jaar verschillen. Maar gegeven het feit dat de jaarlijkse energieopbrengst van de zonnepanelen bekend is en het jaarlijkse energieverbruik van de parkeerplaats ook, is het mogelijk jaarlijks het energieverbruik van de parkeerplaats af te zetten tegen de energieopbrengst van de zonnepanelen en daardoor kunnen de aan de parkeerplaats toe te rekenen energiekosten betrekkelijk nauwkeurig worden bepaald en kunnen deze via de VvE-bijdrage aan de gebruikers van de parkeerplaats worden doorberekend. Daardoor is het plaatsen van aparte tussenmeters niet noodzakelijk.
4.14
Het voorgaande houdt in dat alle verzoeken van [verzoekers] zullen worden afgewezen. Als de in het ongelijk gestelde partijen zullen [verzoekers] worden veroordeeld in de proceskosten aan de zijde van de VvE, begroot op € 528,-.

5.De beslissing

De kantonrechter:
- wijst de verzoeken van [verzoekers] af;
- veroordeelt [verzoekers] in de proceskosten aan de zijde van de VvE, begroot op
€ 528,-.
Deze beschikking is gegeven door kantonrechter mr. C.W.D. Bom en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 21 november 2023 in aanwezigheid van de griffier.