ECLI:NL:RBDHA:2023:17869
Rechtbank Den Haag
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van een wrakingsverzoek tegen de kantonrechter in een civiele procedure
Op 12 juni 2023 heeft de meervoudige wrakingskamer van de Rechtbank Den Haag het wrakingsverzoek van verzoeker afgewezen. Verzoeker, wonende in Spanje, had de kantonrechter mr. E.A.W. Schippers gewraakt in een procedure waarin hij verzocht om de bewindvoerder van zijn zoon te ontslaan en zichzelf als nieuwe bewindvoerder aan te stellen. Het wrakingsverzoek was gebaseerd op drie gronden. Ten eerste stelde verzoeker dat de kantonrechter de bewindvoerder te amicaal begroette, wat volgens hem de schijn van partijdigheid wekte. De wrakingskamer oordeelde echter dat de kantonrechter op een gebruikelijke manier de aanwezigen had geïnventariseerd en dat er geen objectief gerechtvaardigde schijn van partijdigheid was.
Ten tweede betoogde verzoeker dat de kantonrechter tijdens de mondelinge behandeling op 3 mei 2023 kritischer was naar hem dan naar de andere betrokkenen. De wrakingskamer concludeerde dat de kantonrechter binnen haar regievoerende taak handelde en dat er geen aanwijzingen waren voor vooringenomenheid. Tot slot stelde verzoeker dat de kantonrechter de rechthebbende onvoldoende had gehoord. Ook deze grond werd verworpen, omdat uit het proces-verbaal bleek dat de rechthebbende was gehoord en dat de kantonrechter naar diens mening had gevraagd.
De wrakingskamer concludeerde dat er geen feiten of omstandigheden waren die de objectieve schijn van partijdigheid konden rechtvaardigen en wees het verzoek tot wraking af. De procedure in de hoofdzaak zal worden voortgezet in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van het indienen van het wrakingsverzoek.