ECLI:NL:RBDHA:2023:17868

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
31 januari 2023
Publicatiedatum
21 november 2023
Zaaknummer
C/09/641476/KG RK 23-81
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Wraking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wrakingsverzoek tegen meerdere rechters in civiele procedure

In deze zaak heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Den Haag op 31 januari 2023 een verzoek tot wraking behandeld dat was ingediend door een verzoeker tegen de kantonrechter mr. M.S. Vonck. Het wrakingsverzoek was gebaseerd op de vrees voor partijdigheid van de rechter, maar de verzoeker heeft geen concrete feiten of omstandigheden aangevoerd die deze vrees onderbouwen. De wrakingskamer oordeelde dat een rechter alleen gewraakt kan worden als er bijzondere omstandigheden zijn die de objectieve onpartijdigheid van de rechter in twijfel trekken. De verzoeker had in zijn schriftelijke verzoek aangegeven dat hij twijfels had over de onpartijdigheid van elke rechter die in deze zaak zou worden benoemd, zolang een bepaalde gerechtsdeurwaarder niet werd gestraft. De wrakingskamer concludeerde dat het verzoek niet-ontvankelijk was, omdat het niet enkel betrekking had op de behandelende kantonrechter en er geen concrete feiten waren aangedragen. Bovendien oordeelde de wrakingskamer dat het verzoeker leek te zijn om het middel van wraking te misbruiken, wat leidde tot de beslissing dat een volgend verzoek tot wraking in deze zaak niet meer in behandeling zou worden genomen. De beslissing werd openbaar uitgesproken en er stond geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.

Uitspraak

Rechtbank den haag

Wrakingskamer
wrakingnummer 2023/10
zaak- /rekestnummer: C/09/641476 / KG RK 23-81
Beslissing van 31 januari 2023
van de meervoudige wrakingskamer van de rechtbank op het verzoek van
[verzoeker] ,
wonende te [woonplaats] ,
hierna te noemen: verzoeker,
strekkende tot de wraking van
mr. M.S. Vonck,
kantonrechter in deze rechtbank,
hierna te noemen: de kantonrechter.

1.De procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit het schriftelijke wrakingsverzoek van 17 januari 2023.

2.Het wrakingsverzoek

Het verzoek strekt tot wraking van de kantonrechter in de zaak met nummer 10184501 CV EXPL 22-3284 tussen verzoeker en de Stichting Dunavie.
Verzoeker heeft in het schriftelijke verzoek het volgende aan zijn verzoek ten grondslag gelegd.
“Ik moet opnieuw de Wraking-procedure aanvragen tegen de rechter die in deze zaak is aangesteld : Mw. Vonck. En dit zal gebeuren voor elke rechter die in deze zaak wordt benoemd.
Ik wil mijn excuses aanbieden aan mevrouw Vonck. Dit is niets persoonlijks. Maar tot het moment dat deze Gerechtsdeurwaarder Syncasso niet wordt gestraft en onder voorwaarden wordt gesteld om geen misbruik van hun macht te maken, blijf ik twijfelen ....”

3.De beoordeling

3.1.
Een rechter kan alleen gewraakt worden als zich omstandigheden voordoen waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden. Daarvan is sprake als de rechter jegens een procesdeelnemer vooringenomen is of als de vrees daarvoor objectief gerechtvaardigd is. Daarbij is het uitgangspunt dat een rechter wordt vermoed onpartijdig te zijn omdat hij of zij als rechter is aangesteld. Voor het oordeel dat de rechterlijke onpartijdigheid toch schade lijdt, bestaat alleen grond in geval van bijzondere omstandigheden die een zwaarwegende aanwijzing opleveren voor het aannemen van (de objectief gerechtvaardigde schijn van) partijdigheid. Uit de wet volgt dat de verzoeker die concrete omstandigheden moet aanvoeren en wel zodra deze aan hem of haar bekend zijn geworden.
3.2.
Uit het verzoek blijkt niet dat het wrakingsverzoek enkel betrekking heeft op de behandelende kantonrechter, maar tegen
“elke rechter die in deze zaak wordt benoemd”.
Aan het verzoek tot wraking van de behandelende kantonrechter zijn geen concrete feiten of omstandigheden ten grondslag gelegd. Verzoeker heeft slechts aangegeven dat hij blijft twijfelen, - de wrakingskamer begrijpt: aan de onpartijdigheid van iedere rechter - zolang Gerechtsdeurwaarder Syncasso niet wordt gestraft. Om voornoemde redenen kan verzoeker niet in het wrakingsverzoek worden ontvangen.
Voor een behandeling van het wrakingsverzoek ter terechtzitting bestaat geen reden. Het in de wet opgenomen recht op een mondelinge behandeling is door de wetgever bedoeld voor het debat over de gegrondheid van het verzoek, maar aan dat debat wordt gezien het vorenstaande niet toegekomen.
3.3.
Naar het oordeel van de wrakingskamer gebruikt verzoeker het middel van wraking voor een ander doel dan waarvoor het is gegeven of met geen ander doel dan de voortgang van de procedure te frustreren. Daarmee is sprake van misbruik. De wrakingskamer zal daarom bepalen dat een volgend verzoek tot wraking in deze zaak niet meer in behandeling zal worden genomen.

4.De beslissing

De wrakingskamer
4.1.
verklaart het verzoek tot wraking niet-ontvankelijk;
4.2.
bepaalt dat een volgend wrakingsverzoek in deze zaak niet in behandeling zal worden genomen;
4.3.
beveelt dat (een afschrift van) deze beslissing met inachtneming van het bepaalde bij artikel 39, derde lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering wordt toegezonden aan:
• de verzoeker;
• de wederpartij in de hoofdzaak;
• de kantonrechter.
Deze beslissing is gegeven door mrs. M.J. Alt-van Endt, S.M. Krans en A.M.A. Keulen, in tegenwoordigheid van de griffier W.H. Ng en in het openbaar uitgesproken op 31 januari 2023.
de griffier de voorzitter
Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.