Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser], eiser V-nummer: [V-nummer]
Inleiding
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 17 november 2023 uitspraak gedaan in een geschil over de rechtmatigheid van de vreemdelingenbewaring van eiser, die de Marokkaanse nationaliteit heeft. Eiser werd op 5 oktober 2023 in vreemdelingenbewaring gesteld op grond van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld, dat ook als verzoek om schadevergoeding wordt aangemerkt. De maatregel van bewaring werd op 19 oktober 2023 opgeheven, maar de rechtbank moest beoordelen of deze bewaring voorafgaand aan de opheffing onrechtmatig was.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de gronden voor de bewaring niet zijn betwist door eiser. De rechtbank oordeelt dat de motivering van de maatregel van bewaring voldoende was, ondanks de stelling van eiser dat er geen zicht op uitzetting naar Marokko was. De rechtbank heeft overwogen dat de Marokkaanse autoriteiten op 12 september 2023 hadden toegezegd een laissez-passer voor eiser af te geven, en dat eiser op 19 oktober 2023 daadwerkelijk naar Marokko is uitgezet. De rechtbank concludeert dat de bewaring niet onrechtmatig was en wijst het verzoek om schadevergoeding af.
De uitspraak is gedaan door mr. S.G.M. van Veen, rechter, en is openbaar gemaakt op 17 november 2023. Tegen deze uitspraak kan binnen één week hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.