ECLI:NL:RBDHA:2023:17850

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
20 juli 2023
Publicatiedatum
21 november 2023
Zaaknummer
C/09/634406 / FA RK 22-5635
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot erkenning van een buitenlandse geboorteakte en inschrijving in de registers van de burgerlijke stand

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 20 juli 2023 uitspraak gedaan in een verzoek tot erkenning van een buitenlandse geboorteakte en inschrijving daarvan in de registers van de burgerlijke stand. De man, wonende in Qatar, heeft verzocht om zijn buitenlandse geboorteakte te laten inschrijven, maar de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente [plaats01] heeft dit geweigerd. De rechtbank heeft vastgesteld dat er onvoldoende duidelijkheid is over de familierechtelijke betrekking tussen de man en de in de geboorteakte genoemde vader, [naam04]. De rechtbank heeft de man in de gelegenheid gesteld om nadere stukken te overleggen ter onderbouwing van zijn stelling dat [naam04] zijn vader is, maar de man heeft hier niet aan voldaan. De rechtbank heeft geoordeeld dat de overgelegde geboorteakte niet voor inschrijving vatbaar is, omdat onduidelijk is of er een familierechtelijke relatie bestaat die in overeenstemming is met de Nederlandse openbare orde. Het primaire verzoek om inschrijving van de geboorteakte is afgewezen, evenals de subsidiaire verzoeken om verbetering van de gegevens en het vaststellen van de geboortegegevens. De rechtbank heeft geen proceskostenveroordeling uitgesproken.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG
Enkelvoudige kamer
Rekestnummer: FA RK 22-5635
Zaaknummer: C/09/634406
Datum beschikking: 20 juli 2023

Verzoek op grond van artikel 1:27 van het Burgerlijk Wetboek

Beschikking op het op 24 augustus 2022 ingekomen verzoekschrift van:

[naam01] ,

de man,
wonende te [woonplaats01] , Qatar,
advocaat: mr. J.J. van Kuijk te ’s-Gravenhage.
Als belanghebbende wordt aangemerkt:

de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente [plaats01] ,

zetelend te [plaats01] ,
de ambtenaar.

Procedure

De rechtbank heeft kennisgenomen van de stukken, waaronder:
- het verzoekschrift, met bijlagen;
- de brief van 19 oktober 2022 van de ambtenaar;
- de brief van 8 december 2022 van de man;
- de brief van 2 januari 2023 van de ambtenaar.
Op 6 maart 2023 is de zaak op de zitting van deze rechtbank behandeld. Hierbij zijn verschenen: mr. S.S.M. van Beek in plaats van de advocaat van de man. Namens de ambtenaar waren [naam02] en [naam03] aanwezig.
Uit het proces-verbaal van de zitting blijkt dat de man op de zitting in de gelegenheid is gesteld om nadere stukken in te dienen omtrent zijn afstamming tot de in de overgelegde geboorteakte vermelde vader, [naam04] .
Nadien heeft de rechtbank nog de volgende stukken ontvangen:
- de brief van de man van 30 mei 2023;
- de brief van de ambtenaar van 28 juni 2023.

Verzoek

Het verzoek strekt er – naar de rechtbank begrijpt – toe dat de rechtbank:
Primair:
- de gemeente [plaats01] beveelt om de geboorteakte van de man in te schrijven in de daarvoor bestemde registers;
Subsidiair:
- de geboortegegevens uit de buitenlandse geboorteakte van de man, voor zover noodzakelijk zou zijn voor een correcte registratie, verbetert;
Meer subsidiair:
- de geboortegegevens van de man vaststelt;
dan wel een zodanige beslissing neemt als de rechtbank juist acht, met veroordeling van de ambtenaar in de kosten van dit geding.

Feiten

- Bij Koninklijk Besluit met nummer [nummer01] is aan de man het Nederlanderschap verleend.
- Op 20 oktober 2021 heeft de man de ambtenaar verzocht zijn buitenlandse geboorteakte in te schrijven in de registers van de burgerlijke stand.
- Bij e-mail bericht van 8 februari 2022 heeft de ambtenaar aan de man voorgesteld deze rechtbank te verzoeken om de geboortegegevens vast te stellen.
- Op 9 juni 2022 heeft de man nogmaals de ambtenaar verzocht zijn buitenlandse geboorteakte in te schrijven in de registers van de burgerlijke stand.
- Bij besluit van 15 juli 2022 heeft de ambtenaar de man meegedeeld dat de akte niet wordt ingeschreven en dat de man naar aanleiding van dit besluit tot weigering binnen zes weken na 15 juli 2022 een verzoekschrift kan indienen bij deze rechtbank op grond van artikel 1:18c van het Burgerlijk Wetboek (BW) respectievelijk 1:27 BW.

Beoordeling

Rechtsmacht
De rechtbank is van oordeel dat deze zaak voldoende met de rechtssfeer van Nederland is verbonden, zodat zij op grond van artikel 3, aanhef onder c, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering rechtsmacht heeft om het verzoek te beoordelen. De rechtbank neemt hierbij in aanmerking dat het verzoek ziet op de weigering van de ambtenaar om een buitenlandse geboorteakte van een persoon met de Nederlandse nationaliteit in te schrijven in de registers van de burgerlijke stand van de gemeente [plaats01] . Het verzoek betreft dus een inschrijving van een akte in een Nederlands register.
Ontvankelijkheid
Op grond van artikel 1:27 BW hebben – voor zover hier van belang – naar aanleiding van een besluit van een ambtenaar van de burgerlijke stand om op grond van artikel 1:18c BW te weigeren een akte van de burgerlijke stand op te maken belanghebbende partijen de bevoegdheid zich binnen zes weken na de verzending van dat besluit bij verzoekschrift te wenden tot de rechtbank, binnen welk rechtsgebied de standplaats van de ambtenaar van de burgerlijke stand is gelegen. De brief van de ambtenaar met het weigeringsbesluit dateert van 15 juli 2022. De man heeft zijn verzoek op 24 augustus 2022 bij deze rechtbank ingediend. Het verzoek is daarmee tijdig ingediend en de man is dan ook ontvankelijk in zijn verzoek.
Het primaire verzoek: het gelasten van de ambtenaar om de buitenlandse geboorteakte in te schrijven
Artikel 1:25 BW
Ingevolge artikel 1:25 BW worden – voor zover hier van belang – buiten Nederland overeenkomstig de plaatselijke voorschriften door een bevoegde instantie opgemaakte akten van geboorte op verzoek van een belanghebbende ingeschreven in de registers van geboorten, indien de akte een persoon betreft die op het ogenblik van het verzoek Nederlander is.
De ambtenaar kan weigeren over te gaan tot het opmaken van een akte indien de ambtenaar de bescheiden ongenoegzaam acht of indien hij van oordeel is dat de Nederlandse openbare orde zich hiertegen verzet (artikel 1:18c BW).
De rechtbank begrijpt dat de man zich primair op het standpunt stelt dat de overgelegde buitenlandse geboorteakte voor inschrijving in het Nederlands register van de burgerlijke stand vatbaar is. Volgens de man is [naam04] zijn vader. Hij geeft aan dat de moeder ten tijde van de geboorte niet was gehuwd met [naam04] en dat er ook geen erkenning door zijn vader heeft plaatsgevonden. De man vindt dat moet worden uitgegaan van de gegevens in de geboorteakte. Hij verwijst hierbij naar jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
De ambtenaar heeft zich op het standpunt gesteld dat uit de overgelegde geboorteakte, voorzien van apostille, niet blijkt of de ouders van de man ten tijde van de geboorte getrouwd waren of dat er een erkenning of gerechtelijke vaststelling van het vaderschap heeft plaatsgevonden. Hij geeft daarbij aan dat de man zelf verklaart dat hiervan geen sprake is geweest. Volgens de ambtenaar heeft de man niet aangetoond dat sprake is geweest van een van de manieren waarop in Kazachstan de afstamming tussen kind en vader is komen vast te staan, zoals vermoeden van vaderschap, erkenning kind, gerechtelijke vaststelling vaderschap dan wel geboorte tijdens huwelijk. De ambtenaar heeft opgemerkt dat in Kazachstan fictieve vaders voorkomen. In deze landen kan het als ongepast ervaren worden als een ongehuwde vrouw een kind ter wereld brengt. Zolang niet vaststaat dat er familierechtelijke betrekkingen zijn tussen de man en de in de akte genoemde vader komt de akte volgens de ambtenaar niet voor inschrijving in aanmerking.
Artikel 10:101 juncto artikel 10:100 BW
Ingevolge artikel 10:101 lid 1 juncto artikel 10:100 leden 1, onder b en c, 2 en 3 BW wordt een buitenslands tot stand gekomen rechtsfeit of rechtshandeling, waarbij familierechtelijke betrekkingen zijn vastgesteld of gewijzigd, welke zijn neergelegd in een door een bevoegde instantie overeenkomstig de plaatselijke voorschriften opgemaakte akte erkend, tenzij:
- aan de rechtshandeling geen behoorlijk onderzoek of behoorlijke rechtspleging is voorafgegaan, of
- de erkenning van de rechtshandeling onverenigbaar is met de openbare orde.
De rechtbank stelt vast dat blijkens de overgelegde geboorteakte uit Kazachstand de man is geboren als kind van [naam04] en [naam05] .
In geschil is of er sprake is van een vastgestelde familierechtelijke betrekking tussen de man en [naam04] en op welke wijze deze tot stand is gekomen. De ambtenaar vraagt zich af of geen sprake is van een fictieve vader. De rechtbank maakt uit de stellingen van de ambtenaar op dat hij niet tot inschrijving is overgegaan, omdat de akte zonder nadere onderbouwing wegens strijd met de openbare orde niet kan worden ingeschreven.
Op de zitting is met de advocaat van de man gesproken over de afstamming tussen de man en [naam04] . Aan de man is verzocht om nadere stukken in het geding te brengen ter onderbouwing van zijn stelling dat de man wel zijn vader is. Onder meer is verzocht om een volledig afschrift van de geboorteakte, omdat deze in Kazachstan – zoals door de ambtenaar ook is aangegeven – in beginsel kan worden opgevraagd.
Uit de brief van 30 mei 2023 maakt de rechtbank op dat de man niet aan andere stukken kan komen. Hij woont in Qatar en geeft aan dat hij zonder in Kazachstan aanwezig te zijn geen andere documenten kan aanleveren.
De ambtenaar heeft in reactie hierop in zijn brief van 28 juni 2023 aangegeven dat geen nieuwe documenten in het geding zijn gebracht. De ambtenaar blijft bij zijn standpunt dat zolang niet vaststaat of er familierechtelijke betrekkingen zijn tussen de man en de in de akte genoemde vader, de akte niet voor inschrijving vatbaar is.
De rechtbank is van oordeel dat onder de huidige omstandigheden de overgelegde geboorteakte door de man niet voor inschrijving vatbaar is. Onduidelijk is of en hoe een familierechtelijke betrekking tussen de man en [naam04] tot stand is gekomen. Uit de landeninformatie van Vind Burgerzaken blijkt dat in Kazachstan het vaderschap kan ontstaan door het wettelijke vermoeden van vaderschap, door erkenning en door gerechtelijke vaststelling van het vaderschap, maar ook door geboorte tijdens huwelijk. De man is verzocht hierover nadere informatie te verschaffen, maar heeft hieraan niet voldaan. Naar zijn eigen zeggen was de moeder niet gehuwd en is hij ook niet door de vader erkend. De mogelijkheid bestaat – zoals door de ambtenaar is geschetst – dat sprake is van een fictieve vader. In dat geval levert het inschrijven van de geboorteakte strijd op met de Nederlandse openbare orde.
De rechtbank neemt hierbij in aanmerking dat van de man verwacht kan worden dat hij nadere stukken hierover in Kazachstan opvraagt. Hij heeft dit – hoewel daartoe in de gelegenheid gesteld – niet gedaan.
De rechtbank is dan ook van oordeel dat zij bij gebrek aan nadere toelichting niet tot erkenning van de buitenlandse geboorteakte kan overgaan, nu niet valt uit te sluiten dat sprake is van strijdigheid met de openbare orde.
Het primaire verzoek van de man zal dan ook worden afgewezen.
Overigens overweegt de rechtbank dat met de verwijzing van de man naar jurisprudentie van de bestuursrechter in dit kader niet tot een ander oordeel wordt gekomen. De betreffende jurisprudentie ziet op registratie in de Basisregistratie Personen en betreft niet zoals hier opname in het register van geboorten van de burgerlijke stand. Dit laatste betreft de openbare orde gelet op de bewijskracht van akten.
Het subsidiaire verzoek: verbetering gegevens uit de buitenlandse geboorteakte
Nu de geboorteakte van de man niet voor inschrijving vatbaar is geoordeeld, komt de rechtbank niet toe aan het verzoek om gegevens op deze buitenlandse akte te verbeteren. Dit subsidiaire verzoek zal eveneens worden afgewezen.
Het meer subsidiaire verzoek: vaststellen geboortegegevens
Op grond van artikel 1:25c, eerste lid, van het BW kan, voor zover hier aan de orde, indien ten aanzien van een buiten Nederland geboren persoon geen akte van geboorte overeenkomstig de plaatselijke voorschriften door een bevoegde instantie is opgemaakt of kan worden overgelegd, op verzoek van een belanghebbende de rechtbank Den Haag de voor het opmaken van een geboorteakte noodzakelijke gegevens vaststellen, indien die persoon Nederlander is. Op grond van het tweede lid van dat artikel houdt de rechtbank rekening met alle bewijzen en aanwijzingen omtrent de omstandigheden waaronder, en het tijdstip waarop de geboorte moet hebben plaatsgehad. De geslachtsnaam, de voornamen, alsmede de plaats en de dag van de geboorte van de vader en van de moeder worden vastgesteld, voor zover daarvoor aanwijzingen zijn verkregen.
Gelet op de Nederlandse nationaliteit is de man ontvankelijk in het verzoek tot vaststellen van de geboortegegevens.
Vaststaat dat geen geboorteakte ten name van de man is ingeschreven.
De rechtbank stelt vast dat pas aan het vaststellen van geboortegegevens kan worden toegekomen in de situatie dat ten aanzien van een buiten Nederland geboren persoon geen akte van geboorte overeenkomstig de plaatselijke voorschriften door een bevoegde instantie is opgemaakt of overgelegd. In dit geval is wel een buitenlandse geboorteakte overgelegd. Aan de man is in dit kader verzocht om nadere onderbouwing te overleggen onder meer door zich te wenden tot de autoriteiten van Kazachstan voor een volledig afschrift van de geboorteakte. De man heeft geen nadere stukken in het geding gebracht. Hij heeft ook geen stuk overgelegd waaruit kan worden opgemaakt dat een dergelijk volledig afschrift van geboorte niet is te verkrijgen. Ook is niet gebleken dat van de man niet kan worden verwacht zich tot de autoriteiten van Kazachstan te wenden. Onder deze omstandigheden komt de rechtbank niet toe aan het vaststellen van de geboortegegevens van de man.
De rechtbank merkt hierbij overigens nog op dat de ambtenaar eveneens bezwaar heeft tegen het vaststellen van de geboortegegevens van de man, zolang niet vaststaat of er familierechtelijke betrekkingen zijn tussen de man en de in de akte genoemde vader. Dit omdat mochten er wel familierechtelijke betrekkingen tot stand zijn gekomen tussen de man en [naam04] het weglaten van de vadergegevens in strijd met de openbare orde is.
Uit het voorgaande volgt dat het meer subsidiaire verzoek ook zal worden afgewezen.
De proceskosten
De rechtbank ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling, zodat zij het daartoe strekkende verzoek zal afwijzen.

Beslissing

De rechtbank:
*
wijst de verzoeken af.
Deze beschikking is gegeven door mr. H.M. Boone, rechter, bijgestaan door
mr. M.T.E. Krijger-van Huut als griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 20 juli 2023.