In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 20 juli 2023 uitspraak gedaan in een verzoek tot erkenning van een buitenlandse geboorteakte en inschrijving daarvan in de registers van de burgerlijke stand. De man, wonende in Qatar, heeft verzocht om zijn buitenlandse geboorteakte te laten inschrijven, maar de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente [plaats01] heeft dit geweigerd. De rechtbank heeft vastgesteld dat er onvoldoende duidelijkheid is over de familierechtelijke betrekking tussen de man en de in de geboorteakte genoemde vader, [naam04]. De rechtbank heeft de man in de gelegenheid gesteld om nadere stukken te overleggen ter onderbouwing van zijn stelling dat [naam04] zijn vader is, maar de man heeft hier niet aan voldaan. De rechtbank heeft geoordeeld dat de overgelegde geboorteakte niet voor inschrijving vatbaar is, omdat onduidelijk is of er een familierechtelijke relatie bestaat die in overeenstemming is met de Nederlandse openbare orde. Het primaire verzoek om inschrijving van de geboorteakte is afgewezen, evenals de subsidiaire verzoeken om verbetering van de gegevens en het vaststellen van de geboortegegevens. De rechtbank heeft geen proceskostenveroordeling uitgesproken.