ECLI:NL:RBDHA:2023:17836
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot verantwoordelijkheid Kroatië
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 23 oktober 2023 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. De verzoeker, die een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had aangevraagd, had tegen het besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid beroep ingesteld. Dit besluit, genomen op 25 september 2023, hield in dat de aanvraag niet in behandeling werd genomen omdat Kroatië verantwoordelijk zou zijn voor de behandeling van de asielaanvraag.
De verzoeker heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening, die op 10 oktober 2023 samen met een andere zaak (NL23.30568) is behandeld. Tijdens de zitting was de verzoeker aanwezig, bijgestaan door zijn gemachtigde, mr. H.L.M. Janssen, en een tolk, M.G. Nyhbukye. De Staatssecretaris was vertegenwoordigd door mr. M. Talsma.
De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat, gezien de uitspraak in de andere zaak, een voorlopige voorziening niet meer nodig is. Daarom heeft hij het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt op dezelfde dag, 23 oktober 2023, en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze uitspraak.