Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[Naam],
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
Conclusie en gevolgen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van eiser tegen het niet in behandeling nemen van zijn asielaanvraag door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiser, die stelt van Tunesische nationaliteit te zijn, heeft zijn aanvraag ingediend, maar deze is door de staatssecretaris afgewezen met het argument dat Duitsland verantwoordelijk is voor de behandeling van de aanvraag. Dit besluit is genomen op basis van de Dublinverordening, die bepaalt dat asielaanvragen niet in behandeling worden genomen als een andere lidstaat verantwoordelijk is.
De rechtbank heeft de zaak op 10 november 2023 behandeld, waarbij de gemachtigde van de staatssecretaris aanwezig was, terwijl eiser en zijn gemachtigde zich afmeldden. De staatssecretaris had eerder een verzoek om terugname bij Duitsland ingediend, dat op 10 juli 2023 werd geaccepteerd. Eiser heeft in zijn beroep aangevoerd dat hij medische klachten heeft en dat hij niet aan Duitsland wil worden overgedragen voordat zijn medische onderzoeken hebben plaatsgevonden.
De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris terecht heeft besloten de aanvraag niet in behandeling te nemen, aangezien Duitsland in beginsel verantwoordelijk is voor de asielaanvraag. Eiser heeft niet tijdig informatie verstrekt over zijn medische situatie, en de staatssecretaris heeft aangegeven dat er mogelijkheden zijn voor uitwisseling van medische gegevens tussen Nederland en Duitsland. Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep ongegrond en kent eiser geen proceskostenvergoeding toe.