ECLI:NL:RBDHA:2023:17820
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen buitenbehandelingstelling van Woo-verzoeken wegens misbruik van recht
In deze uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 18 juli 2023, werd het beroep van verzoeker gegrond verklaard en het bestreden besluit vernietigd. Verweerder had de Woo-verzoeken van verzoeker buiten behandeling gesteld op grond van de aanname dat zijn gemachtigde misbruik van recht maakte. De voorzieningenrechter oordeelde dat het onterecht was om verzoeker te beschuldigen van misbruik van recht, aangezien er geen bewijs was dat verzoeker zelf misbruik maakte. De voorzieningenrechter benadrukte dat verweerder een duidelijke keuze moest maken: ofwel het vermoeden van misbruik onderzoeken ofwel de verzoeken behandelen zonder verwijzing naar andere zaken. De voorzieningenrechter concludeerde dat er sprake was van evidente onrechtmatigheid van het bestreden besluit, omdat de verzoeken niet buiten behandeling konden worden gesteld enkel op basis van de gedragingen van de gemachtigde. Verweerder werd opgedragen om alsnog op de Woo-verzoeken te beslissen, met inachtneming van deze uitspraak. De voorzieningenrechter wees het verzoek om een voorlopige voorziening af, omdat het beroep gegrond was en er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.