Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[Naam],
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
Conclusie en gevolgen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van eiser, een Russische nationaliteit, tegen het besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid om zijn asielaanvraag niet in behandeling te nemen. De staatssecretaris heeft dit besluit genomen op basis van de Dublinverordening, die bepaalt dat Kroatië verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvraag, aangezien eiser eerder een verzoek om internationale bescherming in Kroatië heeft ingediend. De rechtbank heeft de zaak op 10 november 2023 behandeld, waarbij eiser, zijn gemachtigde, zijn broer en een tolk aanwezig waren.
De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris terecht heeft geoordeeld dat Kroatië verantwoordelijk is voor de asielaanvraag van eiser. Eiser heeft niet overtuigend aangetoond dat er ernstige tekortkomingen zijn in de Kroatische asielprocedure die het interstatelijk vertrouwensbeginsel zouden ondermijnen. De rechtbank verwijst naar eerdere uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, die bevestigen dat asielzoekers adequaat worden behandeld in Kroatië. Eiser's argumenten over de zorg van zijn broer en de afhankelijkheid daarvan zijn niet voldoende onderbouwd om een uitzondering te maken op de Dublinverordening.
De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris in redelijkheid heeft kunnen besluiten om de asielaanvraag niet in behandeling te nemen en verklaart het beroep ongegrond. Eiser krijgt geen vergoeding van zijn proceskosten. De uitspraak is openbaar gemaakt en kan worden aangevochten bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.