ECLI:NL:RBDHA:2023:17804

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
6 november 2023
Publicatiedatum
21 november 2023
Zaaknummer
C/09/654783 / JE RK 23-2007
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging gesloten jeugdhulp en ondertoezichtstelling voor minderjarige

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Den Haag op 6 november 2023 een beschikking gegeven over de ondertoezichtstelling en machtiging voor gesloten jeugdhulp van de minderjarige [naam01], geboren in 2008. De Raad voor de Kinderbescherming heeft verzocht om de ondertoezichtstelling van [naam01] voor de duur van twaalf maanden en een machtiging voor gesloten jeugdhulp voor drie maanden. Dit verzoek is gedaan naar aanleiding van ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen, waaronder fysiek en verbaal geweld, middelengebruik en langdurig schoolverzuim. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de ontwikkeling van [naam01] ernstig wordt belemmerd en dat een gesloten plaatsing noodzakelijk is om verdere escalaties te voorkomen.

Tijdens de mondelinge behandeling op 6 november 2023 zijn de ouders van [naam01] en hun advocaten aanwezig geweest. De kinderrechter heeft de zorgen over [naam01] besproken, evenals de noodzaak van systeemtherapie voor de ouders. De kinderrechter heeft geconcludeerd dat de gestructureerde omgeving van een gesloten accommodatie [naam01] kan helpen om zijn gedrag te stabiliseren en hem voor te bereiden op een toekomstige overplaatsing naar een andere instelling. De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling en de machtiging voor gesloten jeugdhulp toegewezen, met de hoop dat [naam01] de komende periode stappen in de goede richting kan zetten.

De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing onmiddellijk van kracht is, ondanks mogelijke hoger beroep. De kinderrechter heeft de betrokkenheid van een jeugdbeschermer noodzakelijk geacht om de benodigde hulpverlening voor zowel [naam01] als zijn ouders te waarborgen. De kinderrechter hoopt dat [naam01] de komende tijd kan profiteren van de structuur en begeleiding die een gesloten plaatsing biedt.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Familie- en Jeugdrecht
Zaaknummer: C/09/654783 / JE RK 23-2007
Datum uitspraak: 6 november 2023
Beschikking van de kinderrechter over een machtiging gesloten jeugdhulp en ondertoezichtstelling
in de zaak van
Raad voor de Kinderbeschermingte Den Haag,
hierna te noemen de Raad,
over
[naam01], geboren op [geboortedatum01] 2008 in [plaats01] ,
hierna te noemen [naam01] ,
advocaat mr. S.F. Deen te Den Haag.
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:
[naam02],
hierna te noemen de moeder,
wonende in [woonplaats01] ,
advocaat mr. D.H.P.C. Glaudemans te Delft,
[naam03],
hierna te noemen de vader,
wonende in [woonplaats01] .

1.Het verloop van de procedure

1.1.
Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
- het verzoekschrift met bijlagen, binnengekomen bij de rechtbank op 5 oktober 2023;
  • de ongeziene instemmende verklaring van de gedragswetenschapper van 28 oktober 2023;
  • de geziene instemmende verklaring van de gedragswetenschapper van 4 november 2023.
1.2.
De mondelinge behandeling met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 6 november 2023. Daarbij waren aanwezig:
  • [naam01] (telefonisch)
  • de advocaat van [naam01] ;
- de vader;
- de moeder met haar advocaat;
- [naam04] , namens de Raad;
- [naam05] , namens de gecertificeerde instelling.
1.3.
De kinderrechter heeft [naam01] naar zijn mening gevraagd. [naam01] heeft hierover telefonisch een gesprek gevoerd met de kinderrechter. Tijdens de mondelinge behandeling heeft de kinderrechter samengevat wat [naam01] heeft verteld. De aanwezigen hebben daarop kunnen reageren.

2.De feiten

2.1.
Het huwelijk van de vader en de moeder is door echtscheiding ontbonden.
2.2.
De vader en de moeder zijn belast met het ouderlijk gezag over [naam01] .
2.3.
[naam01] verblijft bij [naam06] .
2.4.
De kinderrechter in deze rechtbank heeft bij beschikking van 22 augustus 2023 [naam01] voorlopig onder toezicht gesteld tot 11 november 2023.
2.5.
De kinderrechter in deze rechtbank heeft bij beschikking van 22 augustus 2023 een machtiging verleend [naam01] gedurende dag en nacht uit huis te plaatsen in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp tot 11 november 2023.

3.Het verzoek

3.1.
De Raad verzoekt de ondertoezichtstelling van [naam01] voor de duur van twaalf maanden, met uitvoerbaarverklaring bij voorraad. Tevens wordt door de Raad een machtiging verzocht om [naam01] in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp te doen opnemen en te doen verblijven voor de duur van drie maanden.
3.2.
De Raad motiveert het verzoek als volgt. Voorafgaand aan de gesloten plaatsing vonden er heftige incidenten plaats in de thuissituatie, waarbij [naam01] fysiek en verbaal geweld heeft laten zien. [naam01] accepteerde geen gezag en stelde zich zelfbepalend op. Er waren zorgen over zijn middelengebruik, waardoor zijn negatieve gedrag werd versterkt en hij leek omgang te hebben met antisociale jongeren. [naam01] was niet meer aan te sturen en hij was niet in staat de consequenties van zijn gedrag te overzien. Gelet daarop is [naam01] in augustus 2023 gesloten geplaatst. Op [naam06] wordt gezien dat de structuur en duidelijkheid van een gesloten setting [naam01] goed doen. Hij gaat weer naar school toe en is in staat om op zijn eigen gedrag te reflecteren. Halverwege oktober 2023 hebben zich echter verschillende incidenten voorgedaan, waarbij [naam01] is weggelopen en een tijd uit contact is getreden. Op dit moment is een terugplaatsing nog niet haalbaar. Voordat [naam01] weer thuis kan wonen, is het belangrijk dat er systeemtherapie wordt ingezet. De ouders hebben een duidelijke hulpvraag om te leren hoe zij beter bij [naam01] kunnen aansluiten, maar tegelijkertijd standvastig kunnen blijven. Daarnaast moet [naam01] middels inzet van hulpverlening leren hoe hij zijn emoties en agressie kan reguleren. Om de benodigde hulpverlening in te zetten en de ontwikkeling van [naam01] te monitoren is een ondertoezichtstelling noodzakelijk. Daarnaast is een gesloten plaatsing voor de duur van drie maanden nodig om vanuit een gestructureerde omgeving stapsgewijs toe te werken naar het opbouwen van vrijheden.

4.De standpunten

4.1.
De gecertifieerde instelling sluit zich aan bij het verzoek van de Raad. Het is de bedoeling en de hoop dat [naam01] zo snel mogelijk wordt overgeplaatst naar [naam07] . Helaas is er sprake van een wachtlijst, waardoor er geen duidelijkheid is binnen welke termijn de overplaatsing kan plaatsvinden. Op [naam07] kunnen ze [naam01] een maatwerktraject aanbieden aangepast op zijn situatie. Het is van belang dat [naam01] ondertussen zich blijft inzetten en stappen zet op [naam06] . Op dit moment worden er verschillende instanties onderzocht om te kijken of zij passend zijn om de systeemtherapie in te zetten.
4.2.
Namens [naam01] heeft de advocaat het volgende ter zitting naar voren gebracht. In augustus 2023 is [naam01] vol enthousiasme gestart met het traject en ging het goed op [naam06] . [naam01] heeft echter behoefte aan duidelijkheid. Dit is ook door de gedragswetenschapper op [naam06] bevestigd. Tegen [naam01] is gezegd dat er misschien in januari 2024 plek is op [naam07] . Dat is niet duidelijk genoeg voor [naam01] . Hij heeft behoefte aan resultaten voor zijn positieve ontwikkeling.
4.3.
Namens de moeder heeft de advocaat het volgende ter zitting naar voren gebracht. Dat zich de laatste periode weer incidenten voordoen, komt doordat tegen [naam01] is gezegd dat hij naar [naam07] zou gaan. Toen de overplaatsing na drie maanden nog steeds niet was geregeld, is [naam01] in verzet gegaan door weg te lopen. De moeder betreurt het dat er de afgelopen maanden nagenoeg niets is gebeurd. De ouders hebben hulp in de vorm van systeemtherapie nodig om [naam01] zo goed mogelijk te ondersteunen. Tot op heden is dit nog niet ingezet. Het is belangrijk dat [naam01] duidelijkheid wordt geboden wanneer hij naar [naam07] toe kan. De moeder verzet zich niet tegen de ondertoezichtstelling en gesloten plaatsing. Zij kan zich echter niet vinden in de termijn voor de gesloten plaatsing. Namens de moeder wordt verzocht om de gesloten plaatsing voor de duur van een maand toe te wijzen, zodat er na die tijd een evaluatie kan plaatsvinden om de laatste stand van zaken te bespreken.
4.4.
De vader heeft ter zitting het volgende naar voren gebracht. Het feit dat er de afgelopen periode geen hulpverlening is ingezet en de overplaatsing van [naam01] naar [naam07] nog niet is geregeld geeft een gevoel van machteloosheid. Het is belangrijk dat er aan [naam01] perspectief wordt geboden, zodat hij daar naartoe kan werken. [naam01] heeft op dit moment geen motivatie voor school en werk, omdat hij niet weet wat hij wil. Hij heeft begeleiding nodig om te achterhalen wat hij leuk vindt en wat hij in de toekomst wil doen.

5.De beoordeling

5.1.
Op basis van de stukken en de mondelinge behandeling is de kinderrechter van oordeel dat is voldaan aan de wettelijke criteria genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek (BW). Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet kan een machtiging voor een gesloten accommodatie voor jeugdhulp slechts worden verleend indien naar het oordeel van de kinderrechter deze jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren. Bovendien dient de opneming en het verblijf noodzakelijk te zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken.
5.2.
De kinderrechter overweegt dat aan het bovenstaande is voldaan. Er zijn zorgen over de ontwikkeling van [naam01] . Er is sprake van langdurig schoolverzuim, middelengebruik en hij is meerdere keren in aanraking gekomen met de politie. In de thuissituatie deden zich steeds meer escalaties voor waarbij [naam01] zowel fysiek als verbaal geweld gebruikte. [naam01] stelt zich zelfbepalend op en accepteert geen gezag. Door het uitblijven van medewerking van [naam01] kwam de benodigde hulpverlening niet op gang. Deze zorgen hebben geleid tot een gesloten plaatsing in augustus 2023. Op [naam06] leek [naam01] te profiteren van de gestructureerde omgeving van een gesloten plaatsing en liet hij een positieve ontwikkeling zien. De afgelopen periode doen zich echter weer steeds meer incidenten voor, waarbij [naam01] wegloopt en er geen zicht is op waar hij is en met wie. [naam01] vindt de overplaatsing naar [naam07] te lang duren en voelt zich daarom genoodzaakt om weg te lopen. Hoewel het betreurenswaardig is dat er nog steeds geen plek is voor [naam01] op [naam07] , is het van belang dat [naam01] de komende periode nog kan profiteren van de kaders en structuur van een gesloten plaatsing. Het uitvoeren van een diagnostisch onderzoek is van belang om duidelijkheid te krijgen over de onderliggende problematiek van [naam01] en daarvoor passende behandeling in te zetten. De kinderrechter hoopt dat [naam01] de komende periode weer stappen in de goede richting gaat zetten, zodat hij op een positieve manier kan doorstromen naar [naam07] zodra daar plek is. De betrokkenheid van een jeugdbeschermer in het kader van een ondertoezichtstelling is noodzakelijk om de benodigde hulpverlening voor zowel [naam01] als de ouders in te zetten. Daarnaast is de kinderrechter van oordeel dat een gesloten plaatsing voor de duur van drie maanden nodig is, zodat [naam01] de benodigde kaders wordt geboden en kan toewerken naar een overplaatsing naar [naam07] . Een kortere periode acht de kinderrechter niet haalbaar, omdat er naar verwachting enige tijd gemoeid zal zijn met het stabiliseren van [naam01] en het in goede banen leiden van zijn overplaatsing naar [naam07] .

6.De beslissing

De kinderrechter:
6.1.
stelt [naam01] onder toezicht van Stichting Jeugdbescherming west Haaglanden met ingang van 6 november 2023 tot 6 november 2024
6.2.
verleent een machtiging om [naam01] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp met ingang van 11 november 2023 tot 11 februari 2024;
6.3.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 6 november 2023 door mr. M.P. Meeuwisse, kinderrechter, in aanwezigheid van mr. L.B.M.A. Roozen als griffier, en op schrift gesteld op 17 november 2023.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Den Haag.