ECLI:NL:RBDHA:2023:17803

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
6 november 2023
Publicatiedatum
21 november 2023
Zaaknummer
C/09/655009 / JE RK 23-2032 en C/09/655620 / JE RK 23-2127
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging gesloten jeugdhulp en ondertoezichtstelling voor minderjarige met ernstige ontwikkelingsbedreigingen

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Den Haag op 6 november 2023 uitspraak gedaan in een procedure betreffende de ondertoezichtstelling en machtiging voor gesloten jeugdhulp van de minderjarige [naam01], geboren in 2007. De Raad voor de Kinderbescherming heeft verzocht om de ondertoezichtstelling van [naam01] voor de duur van twaalf maanden en een machtiging voor gesloten jeugdhulp voor drie maanden. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er sprake is van ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen bij [naam01], die zijn ontwikkeling ernstig belemmeren. De minderjarige heeft te maken gehad met meerdere heftige gebeurtenissen, waaronder een ziekenhuisopname voor overmatig drugsgebruik en een opname in een afkickkliniek. Hij vertoont zelfbepalend en agressief gedrag en heeft al meer dan een jaar geen school bezocht, wat zijn ontwikkeling verder heeft doen stagneren.

Tijdens de mondelinge behandeling waren de ouders van [naam01] aanwezig, evenals vertegenwoordigers van de Raad en de gecertificeerde instelling. De moeder en vader stemden in met het verzoek van de Raad, maar de advocaat van [naam01] pleitte voor een kortere gesloten plaatsing. De kinderrechter oordeelde dat de situatie thuis onveilig is en dat een gesloten plaatsing noodzakelijk is om de veiligheid van [naam01] en zijn omgeving te waarborgen. De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling voor de duur van een jaar en de machtiging voor gesloten jeugdhulp voor drie maanden verleend, met de mogelijkheid tot verdere hulpverlening en systeemtherapie voor de ouders.

De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en de ouders zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep. De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door de kinderrechter, met de griffier aanwezig.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Familie- en Jeugdrecht
Zaaknummers: C/09/655009 / JE RK 23-2032 en C/09/655620 / JE RK 23-2127
Datum uitspraak: 6 november 2023
Beschikking van de kinderrechter over een machtiging gesloten jeugdhulp en ondertoezichtstelling
in de zaak van
Raad voor de Kinderbeschermingte Den Haag,
hierna te noemen de Raad,
over
[naam01], geboren op [geboortedatum01] 2007 in [geboorteplaats] ,
hierna te noemen [naam01] ,
advocaat mr. S.M. Hoogenraad te Zoetermeer.
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:
[naam02],
hierna te noemen de moeder,
wonende in [woonplaats01] ,
[naam03],
hierna te noemen de vader,
wonende in [woonplaats01] ,
Stichting Jeugdbescherming west Zuid-Holland,
hierna te noemen: de gecertificeerde instelling.

1.Het verdere verloop van de procedure

1.1.
Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
- de beschikking van 25 oktober 2023;
- de instemmende verklaring van de gedragswetenschapper van 28 oktober 2023.
1.2.
Op 6 november 2023 heeft de kinderrechter de mondelinge behandeling van de zaak met gesloten deuren voortgezet. Daarbij waren aanwezig:
  • de vader;
  • de moeder;
  • [naam01] bijgestaan door mr. R.P.A. Kint, waarnemend voor mr. S.M. Hoogenraad;
  • [naam04] namens de gecertificeerde instelling;
  • [naam05] namens de Raad.

2.De feiten

2.1.
Het huwelijk van de vader en de moeder is door echtscheiding ontbonden.
2.2.
De vader en de moeder zijn belast met het ouderlijk gezag over [naam01] .
2.3.
[naam01] verblijft bij [naam06] .
2.4.
De kinderrechter in deze rechtbank heeft bij beschikking van 25 oktober 2023 [naam01] voorlopig onder toezicht gesteld tot 8 november 2023.
2.5.
De kinderrechter in deze rechtbank heeft bij beschikking van 25 oktober 2023 een machtiging verleend [naam01] gedurende dag en nacht uit huis te plaatsen in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp tot 8 november 2023.

3.Het verzoek

3.1.
De Raad verzoekt de ondertoezichtstelling van [naam01] voor de duur van twaalf maanden, met uitvoerbaarverklaring bij voorraad. Tevens wordt door de Raad een machtiging verzocht om [naam01] in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp te doen opnemen en te doen verblijven voor de duur van drie maanden.
3.2.
Het verzoek tot voorlopige ondertoezichtstelling wordt ingetrokken. De Raad handhaaft het eerder ingediende verzoek tot ondertoezichtstelling. Aan het verzoek ligt het volgende ten grondslag. [naam01] heeft meerdere heftige gebeurtenissen meegemaakt, waaronder een ziekenhuisopname voor overmatig drugsgebruik en een opname in een afkickkliniek waar hij veel onveiligheid heeft ervaren. Hij heeft hier nog steeds last van. [naam01] is zelfbepalend en kan verbaal en fysiek agressief gedrag vertonen als hij overprikkeld is. [naam01] gaat inmiddels meer dan een jaar niet meer naar school, waardoor zijn ontwikkeling is gestagneerd. [naam01] heeft geen dagbesteding en er is geen zicht op zijn sociale contacten. Er zijn zorgen over het middelengebruik en de wisselende stemmingen van [naam01] . Sinds januari 2023 heeft [naam01] geen contact meer met de vader. [naam01] woont hierdoor volledig bij de moeder, waardoor de verantwoordelijkheid voor de zorg en opvoeding bij haar ligt. De moeder is overbelast en ervaart veel stress. Het lukt de moeder niet om [naam01] aan te sturen en te begrenzen. Het is van belang dat er een diagnostisch onderzoek wordt uitgevoerd, zodat er vervolgens passende hulpverlening voor [naam01] kan worden ingezet. Binnenkort kan FAST via de Waag starten. Het is van belang dat zowel de ouders als [naam01] zich hiervoor gaan inzetten om tot een verbetering van de situatie te komen. Recentelijk is de situatie thuis geëscaleerd en heeft zich een heftig incident voorgedaan. [naam01] kampt met psychotische belevingen en het lukte niet om hem te kalmeren. Hierdoor was er een grote macht van de politie noodzakelijk en heeft hij kalmerende medicatie toegediend gekregen. [naam01] is vervolgens naar het ziekenhuis gebracht, maar is daar weggelopen. Hoewel de GGZ [naam01] uiteindelijk heeft kunnen beoordelen, zien zij onvoldoende noodzaak om hem gedwongen op te nemen binnen de GGZ. Gelet op zijn (wegloop)gedrag is de situatie thuis echter onvoldoende veilig voor zowel [naam01] als zijn omgeving. Een ondertoezichtstelling voor de duur van een jaar en een gesloten plaatsing voor de duur van drie maanden zijn noodzakelijk om de benodigde hulpverlening in te zetten, [naam01] te stabiliseren en de veiligheid te waarborgen.

4.De standpunten

4.1.
Namens [naam01] heeft de advocaat het volgende ter zitting naar voren gebracht. [naam01] ziet in dat er iets moet veranderen. Een gesloten plaatsing voor de duur van drie maanden is echter wel heel lang om [naam01] te stabiliseren en een diagnostisch onderzoek uit te voeren. Het is van belang dat [naam01] zo snel als mogelijk op een open groep wordt geplaatst, zodat hij vanuit daar aan zichzelf kan werken.
4.2.
De moeder stemt in met het verzoek. Ter zitting heeft de moeder aangegeven dat zij hoopt dat er nuttige invulling wordt gegeven aan de gesloten plaatsing. [naam01] is tijdens zijn opname in een afkickkliniek beschadigd. De moeder heeft daarom moeite om vertrouwen te hebben in een gesloten plaatsing. Zij hoopt dat [naam01] de komende periode de hulpverlening krijgt die hij nodig heeft.
4.3.
De vader stemt in met het verzoek. De vader heeft ter zitting naar voren gebracht dat hij alle signalen voor een escalatie thuis heeft zien aankomen en dit heeft aangegeven. In het belang van [naam01] is de vader bereid om mee te werken aan de hulpverlening.

5.De beoordeling

5.1.
Op basis van de stukken en de mondelinge behandeling is de kinderrechter van oordeel dat is voldaan aan de wettelijke criteria genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek (BW). Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet kan een machtiging voor een gesloten accommodatie voor jeugdhulp slechts worden verleend indien naar het oordeel van de kinderrechter deze jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren. Bovendien dient de opneming en het verblijf noodzakelijk te zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken.
5.2.
De kinderrechter overweegt dat aan beide wettelijke criteria is voldaan. Er is sprake van een ernstige ontwikkelingsbedreiging bij [naam01] . De afgelopen periode is er veel gebeurd en heeft [naam01] verschillende ingrijpende gebeurtenissen meegemaakt, waar hij nog steeds last van heeft. [naam01] kampt met psychotische klachten en (overmatig) middelengebruik. Daarnaast is hij zelfbepalend en kan hij verbaal en fysiek agressief gedrag vertonen in de thuissituatie. Het is zorgelijk dat [naam01] al ruim een jaar niet meer naar school toe gaat en geen dagbesteding heeft, waardoor zijn ontwikkeling stagneert. Sinds januari 2023 is er geen contact meer tussen de vader en [naam01] . De verantwoordelijkheid voor de zorg en opvoeding van [naam01] ligt sindsdien volledig bij de moeder. Het lukt haar echter niet om [naam01] aan te sturen en te begrenzen en zij is overbelast geraakt. Het is van belang dat er systeemtherapie wordt ingezet, zodat de relatie tussen de vader en [naam01] kan verbeteren en de ouders leren om hem te begrenzen. Daarnaast dient er zicht te komen op de problematiek van [naam01] , zodat er passende hulpverlening kan worden ingezet. De betrokkenheid van een jeugdbeschermer in het kader van een ondertoezichtstelling is noodzakelijk om de benodigde hulpverlening te organiseren en te monitoren. Recentelijk heeft zich een escalatie voorgedaan waarbij er sprake was van acute onveiligheid in de thuissituatie. Om de situatie te de-escaleren was de ondersteuning van de politie en het toedienen van kalmerende medicatie bij [naam01] noodzakelijk. [naam01] is naar het ziekenhuis gebracht, maar is daar vervolgens weggelopen. Door de GGZ wordt onvoldoende noodzaak gezien om [naam01] met een crisismaatregel op te nemen binnen de GGZ. De kinderrechter is van oordeel dat een gesloten plaatsing noodzakelijk is om de veiligheid van [naam01] en zijn omgeving te waarborgen. [naam01] heeft een nare ervaring opgedaan met de hulpverlening in een afkickkliniek. Gelet daarop is het belangrijk dat hem duidelijkheid wordt geboden, zodat hij weet waar hij aan toe is en hij een vertrouwensrelatie kan opbouwen met de hulpverlening om tot een verbetering van de situatie te komen. Gelet op het bovenstaande is een ondertoezichtstelling voor de duur van een jaar en een gesloten plaatsing voor de duur van drie maanden noodzakelijk.
Nu de Raad het verzoek tot voorlopige ondertoezichtstelling heeft ingetrokken, constateert de kinderrechter dat zij ten aanzien daarvan geen beslissing meer hoeft te nemen.

6.De beslissing

De kinderrechter:
6.1.
stelt [naam01] onder toezicht van Stichting Jeugdbescherming west Zuid-Holland met ingang van 6 november 2023 tot 6 november 2024
6.2.
verleent een machtiging om [naam01] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp met ingang van 6 november 2023 tot 6 februari 2024;
6.3.
stelt vast dat er niets meer te beslissen valt inzake het verzoek tot voorlopige ondertoezichtstelling;
6.4.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 6 november 2023 door mr. M.P. Meeuwisse, kinderrechter, in aanwezigheid van mr. L.B.M.A. Roozen als griffier, en op schrift gesteld op 17 november 2023.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Den Haag.