Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.Het verdere verloop van de procedure
- de moeder (via een telefonische verbinding);
- de advocaat van de moeder;
- een tolk in de Spaanse taal, ter ondersteuning van de moeder;
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de kinderrechter op 6 november 2023 uitspraak gedaan over een verzoek van de Raad voor de Kinderbescherming tot voorlopige voogdij, ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing van twee minderjarige kinderen, [naam01] en [naam02]. De kinderen verblijven sinds augustus 2023 zonder toezicht van een volwassene in een ernstig vervuilde woning in Nederland, terwijl hun moeder in [naam06] verblijft vanwege ziekte. De Raad heeft grote zorgen over de veiligheid en gezondheid van de kinderen, die sinds hun terugkeer uit [naam06] niet naar school zijn geweest en niet de nodige medische zorg hebben ontvangen. De kinderrechter heeft de mondelinge behandeling met gesloten deuren voortgezet, waarbij de moeder via een telefonische verbinding aanwezig was. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de moeder, ondanks haar afwezigheid, op haar eigen manier het wettelijk gezag over de kinderen uitoefent, en heeft daarom het verzoek om voorlopige voogdij afgewezen. Echter, gezien de ernstige situatie van de kinderen, heeft de kinderrechter besloten om hen voorlopig onder toezicht te stellen en een machtiging tot uithuisplaatsing te verlenen voor de duur van drie maanden. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en de kinderrechter heeft benadrukt dat er meer duidelijkheid moet komen over de situatie van de moeder en de mogelijkheden voor terugplaatsing van de kinderen in een veilige omgeving.