Uitspraak
Voorlopige voorzieningen
Beschikking op het op 11 mei 2023 ingekomen verzoek van:
[naam01] ,
[naam02] ,
Procedure
- de advocaat van de vrouw;
- de man en zijn advocaat.
Verzoek en verweer
€ 10.211,- per maand wordt vastgesteld, met ingang van 1 mei 2023, althans met ingang van de datum van indiening van dit verzoekschrift, telkens bij vooruitbetaling te voldoen;
Beoordeling
€ 70.399,- bruto, (netto € 45.526,-). In 2022 heeft zij nog tot in mei 2022 € 32.918,- bruto (€ 20.376,- netto) aan salaris ontvangen, naast een nabetaling bijzonder loon wegens het einde van haar dienstverband van € 18.114,- bruto (netto € 9147,-). Zij ontvangt vanaf mei 2022 een vervolguitkering vanwege arbeidsongeschiktheid van het UWV. Volgens de jaaropgaaf over het jaar 2022 € 32.164,- bruto (€ 23.309,- netto). Vanaf december 2021 tot oktober 2022 betaalde de man € 2000,- netto per maand aan de vrouw. Volgens hem om haar inkomensverlies te compenseren. De inkomsten van de vrouw waren derhalve in 2021 afgerond € 47.500 netto (€ 45.500,-en € 2000,-). In 2022 waren haar inkomsten afgerond
€ 72.750,- netto (€ 20.376,- + € 9.147,- + € 23.309,- + € 20.000,-).
€ 2.338,- zodat haar aanvullende netto behoefte gesteld kan worden op € 2.675,- per maand. Dit gebruteerd is afgerond € 5.300,- per maand.