Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep tegen de maatregel van bewaring ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 19 oktober 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser, vertegenwoordigd door mr. G.M.H. Vriesde, en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, vertegenwoordigd door mr. R.P.G. van Bel. De zaak betreft een aanvullend terugkeerbesluit dat op 29 september 2023 aan de eiser is opgelegd, alsook de maatregel van vreemdelingenbewaring die op dezelfde dag is ingesteld. De rechtbank heeft het beroep van de eiser tegen deze besluiten behandeld en geconcludeerd dat de maatregel van bewaring rechtmatig is. De rechtbank oordeelt dat de gronden voor de maatregel van bewaring, zoals vermeld in artikel 5.1b van het Vreemdelingenbesluit 2000, voldoende zijn gemotiveerd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij gevolg heeft gegeven aan eerdere terugkeerbesluiten en dat er een risico bestaat dat hij zich aan het toezicht zal onttrekken. De rechtbank heeft zich onbevoegd verklaard om kennis te nemen van het beroep tegen het aanvullende terugkeerbesluit, omdat dit besluit geen nieuwe rechtsgevolgen met zich meebracht. De rechtbank heeft het beroep tegen de maatregel van bewaring ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. De uitspraak is openbaar gemaakt op 19 oktober 2023.