ECLI:NL:RBDHA:2023:17731
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag van Soedanese nationaliteit en interstatelijk vertrouwensbeginsel in het kader van Dublinverordening
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van eiser tegen het niet in behandeling nemen van zijn aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De staatssecretaris heeft de aanvraag met het bestreden besluit van 19 mei 2023 niet in behandeling genomen, omdat hij Spanje verantwoordelijk acht voor de aanvraag. Eiser, die stelt de Soedanese nationaliteit te hebben, heeft op 30 november 2022 een asielaanvraag ingediend. Uit Eurodac-onderzoek blijkt dat hij op 1 september 2022 Spanje is ingereisd, waar zijn vingerafdrukken zijn afgenomen.
De rechtbank heeft het beroep, samen met een verzoek om een voorlopige voorziening, op 14 juli 2023 behandeld. Eiser voert aan dat hij nooit de intentie heeft gehad om in Spanje asiel aan te vragen en dat hij bij overdracht aan Spanje zal worden blootgesteld aan mishandelingen en discriminatie door de Spaanse politie. De rechtbank overweegt dat de staatssecretaris zich op het interstatelijk vertrouwensbeginsel mag baseren en dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat Spanje zijn verplichtingen niet nakomt. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat het niet in behandeling nemen van de aanvraag in stand blijft.
De rechtbank concludeert dat er geen aanwijzingen zijn voor structurele tekortkomingen in de Spaanse asielprocedure en opvangvoorzieningen. Eiser heeft niet aangetoond dat klagen bij de Spaanse autoriteiten voor hem niet mogelijk was. De uitspraak is gedaan door mr. C.P.W. van Well, rechter, en is op 21 juli 2023 bekendgemaakt. Eiser kan binnen een week na verzending van de uitspraak hoger beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.