Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser], eiser V-nummer: [V-nummer]
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 27 september 2023 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de maatregel van bewaring van een Tunesische vreemdeling. De vreemdeling, eiser, was op 23 mei 2023 in vreemdelingenbewaring gesteld op grond van artikel 59b van de Vreemdelingenwet 2000. De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder, had deze maatregel opgelegd en later op 15 september 2023 opnieuw een maatregel van bewaring opgelegd. Eiser heeft tegen deze laatste maatregel beroep ingesteld, waarbij hij tevens schadevergoeding heeft verzocht.
De rechtbank heeft het beroep behandeld op 25 september 2023, waarbij eiser werd bijgestaan door zijn gemachtigde, mr. P. Scholtes. De rechtbank heeft het onderzoek geschorst om verweerder in de gelegenheid te stellen aanvullende stukken toe te voegen. Na het indienen van deze stukken hebben partijen ingestemd met het achterwege laten van een nadere zitting. De rechtbank heeft vervolgens het onderzoek gesloten en uitspraak gedaan.
In de overwegingen van de rechtbank werd ingegaan op de duur van de maatregel van bewaring en de voortvarendheid van verweerder in het uitzettingsproces. De rechtbank oordeelde dat de maatregel van bewaring niet onrechtmatig was en dat verweerder voldoende voortvarend had gehandeld in het kader van de uitzetting van eiser naar Tunesië. Eiser's beroep werd ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding werd afgewezen. De rechtbank concludeerde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.