ECLI:NL:RBDHA:2023:17699
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening inzake tijdelijke bescherming voor ontheemde
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 17 november 2023 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. De zaak betreft een verzoeker van Marokkaanse nationaliteit, die een beroep heeft ingesteld tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Dit besluit, gedateerd op 22 augustus 2023, mededeelde de verzoeker dat zijn recht op tijdelijke bescherming, zoals bedoeld in Richtlijn 2001/55/EG, zou eindigen op 4 september 2023. De verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld, dat geregistreerd is onder zaaknummer NL23.29700, en heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De zitting vond plaats op 14 november 2023, waar zowel de verzoeker als de verweerder zich lieten vertegenwoordigen door hun gemachtigden. Na het sluiten van het onderzoek heeft de voorzieningenrechter op dezelfde dag uitspraak gedaan in het samenhangende beroep van de verzoeker, dat ongegrond werd verklaard. De voorzieningenrechter oordeelde dat er geen andere omstandigheden waren die het treffen van een voorlopige voorziening rechtvaardigden, en heeft het verzoek om een voorlopige voorziening dan ook afgewezen. Tevens werd er geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is gedaan door mr. N.M. van Waterschoot, in aanwezigheid van griffier mr. F. Aissa, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.