ECLI:NL:RBDHA:2023:17697
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening inzake tijdelijke bescherming voor ontheemde
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 17 november 2023 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker, een man van Marokkaanse nationaliteit, had beroep ingesteld tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, waarin hem werd meegedeeld dat zijn recht op tijdelijke bescherming, zoals bedoeld in Richtlijn 2001/55/EG, zou eindigen op 4 september 2023. Dit besluit werd genomen op 27 augustus 2023. Verzoeker heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen, terwijl zijn beroep geregistreerd was onder zaaknummer NL23.26120.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 14 november 2023 behandeld. Zowel verzoeker als verweerder waren vertegenwoordigd door hun gemachtigden. Na sluiting van het onderzoek ter zitting heeft de rechtbank op dezelfde dag uitspraak gedaan op het samenhangende beroep van verzoeker, dat ongegrond werd verklaard. De voorzieningenrechter oordeelde dat er geen andere omstandigheden waren die een voorlopige voorziening rechtvaardigden, en heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen.
De rechtbank heeft ook geoordeeld dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing. De zaak betreft de toepassing van de Richtlijn 2001/55/EG en het Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/382, dat tijdelijke bescherming regelt voor ontheemden in geval van massale toestroom.