ECLI:NL:RBDHA:2023:17693
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening tijdelijke bescherming voor Algerijnse verzoeker
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 17 november 2023 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. De verzoeker, een Algerijnse man, had beroep ingesteld tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, waarin hem werd meegedeeld dat zijn recht op tijdelijke bescherming, zoals bedoeld in Richtlijn 2001/55/EG, zou eindigen op 4 september 2023. Het beroep is geregistreerd onder zaaknummer NL23.29696.
De zitting vond plaats op 14 november 2023, maar de verzoeker en zijn gemachtigde, mr. P.E.J.M. Bartels, zijn niet verschenen. De staatssecretaris werd vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, V.R. Bloemberg. Na het sluiten van het onderzoek ter zitting heeft de voorzieningenrechter op dezelfde dag uitspraak gedaan op het samenhangende beroep van verzoeker, dat ongegrond werd verklaard.
De voorzieningenrechter heeft overwogen dat er geen andere omstandigheden zijn gebleken die aanleiding geven tot het treffen van een voorlopige voorziening of ordemaatregel. Daarom werd het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.