ECLI:NL:RBDHA:2023:17681
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in asielzaak met tijdelijke bescherming
In de zaak tussen verzoekster, een Nigeriaanse vrouw, en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 17 november 2023 uitspraak gedaan. Verzoekster had een verzoek ingediend om een voorlopige voorziening, nadat haar recht op tijdelijke bescherming, zoals bedoeld in Richtlijn 2001/55/EG, door de staatssecretaris was beëindigd per 4 september 2023. Dit besluit was genomen op 22 augustus 2023, waarna verzoekster beroep aantekende en vroeg om een ordemaatregel om te voorkomen dat de staatssecretaris uitvoeringshandelingen zou verrichten totdat de rechtbank het beroep had beoordeeld.
De zitting vond plaats op 14 november 2023, waar verzoekster, bijgestaan door haar gemachtigde mr. H.A. Limonard, aanwezig was. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, omdat de rechtbank op dezelfde dag uitspraak deed in het samenhangende beroep van verzoekster, dat ongegrond werd verklaard. Verzoekster heeft een asielaanvraag ingediend en mag de behandeling daarvan in Nederland afwachten, waardoor de noodzaak voor een voorlopige voorziening of ordemaatregel niet meer aanwezig was.
De voorzieningenrechter heeft ook geoordeeld dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.