ECLI:NL:RBDHA:2023:17681

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
17 november 2023
Publicatiedatum
17 november 2023
Zaaknummer
NL23.25165
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in asielzaak met tijdelijke bescherming

In de zaak tussen verzoekster, een Nigeriaanse vrouw, en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 17 november 2023 uitspraak gedaan. Verzoekster had een verzoek ingediend om een voorlopige voorziening, nadat haar recht op tijdelijke bescherming, zoals bedoeld in Richtlijn 2001/55/EG, door de staatssecretaris was beëindigd per 4 september 2023. Dit besluit was genomen op 22 augustus 2023, waarna verzoekster beroep aantekende en vroeg om een ordemaatregel om te voorkomen dat de staatssecretaris uitvoeringshandelingen zou verrichten totdat de rechtbank het beroep had beoordeeld.

De zitting vond plaats op 14 november 2023, waar verzoekster, bijgestaan door haar gemachtigde mr. H.A. Limonard, aanwezig was. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, omdat de rechtbank op dezelfde dag uitspraak deed in het samenhangende beroep van verzoekster, dat ongegrond werd verklaard. Verzoekster heeft een asielaanvraag ingediend en mag de behandeling daarvan in Nederland afwachten, waardoor de noodzaak voor een voorlopige voorziening of ordemaatregel niet meer aanwezig was.

De voorzieningenrechter heeft ook geoordeeld dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.25165

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam] , verzoekster,

geboren op [geboortedatum] ,
van Nigeriaanse nationaliteit,
V-nummer: [nummer] ,
(gemachtigde: mr. H.A Limonard),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 22 augustus 2023 heeft verweerder aan verzoekster medegedeeld dat haar recht op tijdelijke bescherming, als bedoeld in Richtlijn 2001/55/EG [1] en het daarop gebaseerde Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/382 [2] eindigt op 4 september 2023
Verzoekster heeft hiertegen beroep ingesteld en de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen. Het beroep is geregistreerd onder zaaknummer NL23.25164.
Op 31 augustus 2023 heeft verzoekster verzocht een ordemaatregel te treffen, inhoudende dat verweerder zich onthoudt van iedere uitvoeringshandeling totdat de rechtbank tot een zorgvuldige beoordeling van het beroep heeft kunnen komen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 14 november 2023 op zitting behandeld. Verzoekster is verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde. Ook is een tolk verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. Het onderzoek is ter zitting gesloten.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het samenhangende beroep van verzoekster en dat beroep ongegrond verklaard. Verder staat vast dat verzoekster een asielaanvraag heeft ingediend en de behandeling daarvan in Nederland mag afwachten. Onder deze omstandigheden is een voorlopige voorziening of ordemaatregel niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek dan ook af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. N.M. van Waterschoot, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. F. Aissa, griffier. De uitspraak is openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Voetnoten

1.Richtlijn 2001/55/EG betreffende minimumnormen voor het verlenen van tijdelijke bescherming in geval van massale toestroom van ontheemden en maatregelen ter bevordering van een evenwicht tussen de inspanning van de lidstaten voor de opvang en het dragen van de consequenties van de opvang van deze personen.
2.Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/382 van de Raad van 4 maart 2022 tot vaststelling van het bestaan van een massale toestroom van ontheemden uit Oekraïne in de zin van artikel 5 van de Richtlijn, en tot invoering van tijdelijke bescherming naar aanleiding daarvan.