ECLI:NL:RBDHA:2023:17676
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen en dwangsom in bestuursrechtelijke zaak
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 13 oktober 2023, wordt het beroep van eiser tegen het niet tijdig beslissen van het college van burgemeester en wethouders van Bodegraven-Reeuwijk behandeld. Eiser had bezwaar ingediend tegen een besluit van verweerder met betrekking tot een proef voor verkeersveiligheid, maar verweerder had niet tijdig op dit bezwaar beslist. Eiser heeft vervolgens een ingebrekestelling verzonden, maar verweerder ontving deze pas een dag later. De rechtbank oordeelt dat het beroep tegen het niet tijdig beslissen niet-ontvankelijk is, omdat verweerder inmiddels op het bezwaar had beslist.
Daarnaast heeft de rechtbank het beroep van eiser tegen het dwangsombesluit beoordeeld. Verweerder had een dwangsom vastgesteld van € 299,- voor een periode van dertien dagen, maar eiser was van mening dat dit bedrag te laag was. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dwangsom over een periode van veertien dagen verschuldigd is en heeft deze vastgesteld op € 322,-. Tevens heeft de rechtbank verweerder veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan eiser, die zijn vastgesteld op € 418,50, en het griffierecht van € 184,- moet door verweerder aan eiser worden vergoed. De rechtbank concludeert dat het dwangsombesluit onjuist was en vernietigt dit.
De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot verzet tegen deze uitspraak binnen zes weken na verzending.