ECLI:NL:RBDHA:2023:17649
Rechtbank Den Haag
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek wegens procedurele beslissing
Op 8 november 2023 heeft de meervoudige wrakingskamer van de Rechtbank Den Haag een verzoek tot wraking afgewezen. Het verzoeker, wonende te [woonplaats], had de wraking ingediend tegen mr. D. Jongsma, rechter in de rechtbank, naar aanleiding van een procedurele beslissing. De aanleiding voor het wrakingsverzoek was dat de rechter stukken had toegelaten die door de wederpartij een dag voor de mondelinge behandeling waren ingediend, maar niet aan verzoeker waren toegezonden omdat deze naar een verkeerd adres waren gestuurd.
De wrakingskamer oordeelde dat een rechter alleen gewraakt kan worden als er omstandigheden zijn die de onpartijdigheid van de rechter in gevaar brengen. Het uitgangspunt is dat een rechter onpartijdig is, en voor een wraking zijn bijzondere omstandigheden nodig die een zwaarwegende aanwijzing voor partijdigheid opleveren. De wrakingskamer concludeerde dat de beslissing om stukken toe te laten een procedurele beslissing is en dat deze niet kan dienen als grond voor wraking. Het gesloten stelsel van rechtsmiddelen staat niet toe dat een procedurele beslissing als basis voor wraking wordt gebruikt.
De wrakingskamer heeft het verzoek tot wraking afgewezen en bepaald dat de procedure in de hoofdzaak wordt voortgezet in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van het indienen van het wrakingsverzoek. De beslissing is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.