ECLI:NL:RBDHA:2023:17493
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen terugkeerbesluit en inreisverbod van een Chinese eiser
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 27 september 2023 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende een terugkeerbesluit en een inreisverbod opgelegd aan een Chinese eiser. De eiser, die gedurende meerdere jaren illegaal in Nederland verbleef, heeft tegen het besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid beroep ingesteld. Het bestreden besluit, dat op 6 december 2022 werd genomen, hield in dat de eiser een terugkeerbesluit en een inreisverbod voor de duur van twee jaar kreeg opgelegd. Tijdens de zitting op 31 augustus 2023 heeft de gemachtigde van de eiser het beroep tegen het terugkeerbesluit ingetrokken, maar het inreisverbod bleef onderwerp van discussie.
De eiser voerde aan dat het inreisverbod van kortere duur had moeten zijn, gezien zijn langdurige relatie met zijn vriend in Nederland. De rechtbank overwoog dat de Staatssecretaris in het bestreden besluit voldoende had gemotiveerd waarom het inreisverbod van twee jaar werd gehandhaafd. De rechtbank stelde vast dat de eiser met zijn Chinese paspoort naar China had kunnen terugkeren om daar een verblijfsprocedure te starten, en dat de gestelde relatie met zijn vriend niet voldoende onderbouwd was om het inreisverbod te verkorten. De rechtbank concludeerde dat het beroep ongegrond was en dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak werd openbaar uitgesproken en partijen werden geïnformeerd over de mogelijkheid om binnen vier weken hoger beroep in te stellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.