ECLI:NL:RBDHA:2023:17453

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
8 mei 2023
Publicatiedatum
15 november 2023
Zaaknummer
C/09/646920/KG RK 23-569
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Wraking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wraking van de wrakingskamer; verzoeker niet-ontvankelijk na einduitspraak

Op 8 mei 2023 heeft de meervoudige wrakingskamer van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan op het wrakingsverzoek van een verzoeker, bijgestaan door mr. C.C. Polat. Het verzoek tot wraking was ingediend na een einduitspraak van de rechters mrs. A.M.A. Keulen, R. Cats en E.A.W. Schippers, die op 3 mei 2023 een eerder wrakingsverzoek van de verzoeker hadden afgewezen. De verzoeker stelde dat de rechters vooringenomen waren en dat er sprake was van bijzondere omstandigheden die de onpartijdigheid van de rechters in gevaar zouden kunnen brengen. De wrakingskamer oordeelde echter dat het wrakingsverzoek niet-ontvankelijk was, omdat het was ingediend na de einduitspraak. De wet staat geen wraking toe na een einduitspraak in de betreffende zaak. Bovendien oordeelde de wrakingskamer dat de verzoeker het wrakingsmiddel misbruikte, aangezien hij al meerdere wrakingsverzoeken had ingediend die niet waren gehonoreerd. De wrakingskamer besloot dat een volgend verzoek tot wraking in deze zaak niet meer in behandeling zou worden genomen.

Uitspraak

Rechtbank den haag

Wrakingskamer
wrakingnummer 2023/61
zaak- /rekestnummer: C/09/646920 / KG RK 23-569
Beslissing van 8 mei 2023
van de meervoudige wrakingskamer van de rechtbank op het verzoek van
[verzoeker] ,
wonende te [woonplaats] ,
hierna te noemen: verzoeker,
bijgestaan door mr. C.C. Polat, advocaat te Breukelen,
strekkende tot de wraking van
mrs. A.M.A. Keulen, R. Cats en E.A.W. Schippers,
rechters in deze rechtbank.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het per e-mail van 4 mei 2023 ingediende wrakingsverzoek.

2.Het wrakingsverzoek

2.1.
Op 17 april 2023 heeft verzoeker een verzoek tot wraking van de rechters van een meervoudige strafkamer ingediend met parketnummer 09/065427-22. Dit verzoek is bij beslissing van 3 mei 2023 door mrs. A.M.A. Keulen, R. Cats en E.A.W. Schippers afgewezen (zaak met kenmerk C/09/646022 / KG RK 23-57).
2.2.
Op 26 april 2023 heeft verzoeker een verzoek tot wraking van de rechter-commissarissen ingediend in de zaak met parketnummer 09/065427-22, RC-nummer 22/314. Verzoeker is bij beslissing van 3 mei 2023 door mrs. A.M.A. Keulen, R. Cats en E.A.W. Schippers in dit verzoek niet-ontvankelijk verklaard (zaak met kenmerk C/09/646594 / KG RK 23-60).
2.3.
Het op 4 mei 2023 ingediende wrakingsverzoek strekt tot wraking van de rechters die de onder 2.1. genoemde beslissing hebben genomen.
2.4.
In het wrakingsverzoek van 4 mei 2023 staat het volgende:
“De redenen om over te gaan tot wraking van de wrakingskamer zijn als volgt:
Gisteren ontving ik de beslissing op het wrakingsverzoek van de RC (daar valt een hoop over te zeggen maar dat heb ik gelaten voor wat het is). Vanmiddag ontving ik de beslissing op het wrakingsverzoek van de rechtbank. Die zijn voor grote delen een copy paste van elkaar. Dat is prima als dat niet af zou doen aan de beoordeling, de inhoud van de beslissing en de begrijpelijkheid van de beslissing. Dat doet het in dit geval wel.
In de beslissing wordt niet ingegaan op juist die uitzonderlijke omstandigheden op basis waarvan ik het wrakingsverzoek heb ingediend. Namelijk (o.a.) dat de politie dan wel het OM de verdediging en de rechtbank onjuist heeft ingelicht. Daar is nooit een antwoord op gekomen vanuit het OM behalve dat naar eer en geweten de SKY-ID’s zijn doorgegeven. Dat kan allemaal wel, maar de verdediging heeft juist onderbouwd dat die uitleg onvoldoende is omdat er dus wel meer mensen waren geïdentificeerd toen de officier aangaf dat dit er enkel 3 waren. Dit is van belang voor de ontvankelijkheid van het OM (Vgl. Zwolsman-criterium). Door te beslissen dat het OM verder geen uitleg hoeft te geven waarom wij allen onjuist zijn geïnformeerd, geeft de rechtbank duidelijk blijk van vooringenomenheid of in ieder geval de schijn hiervan.
De overige argumenten kunt u terugvinden in mijn wrakingsverzoek en zal ik u kortheidshalve niet opnieuw voorhouden, maar een daarvan was aangaande de planning van de getuigenverhoren op 9 mei.
De wrakingskamer beslist:
Deze hele overweging lijkt te zien op de procedurele beslissing aangaande de planning van de getuigenverhoren 9 mei a.s., terwijl de wraking juist niet enkel op de procedurele beslissing ziet. Dit miskent ook de andere (belangrijke gronden) voor wraking. Namelijk de onbegrijpelijke beslissing om op basis van eenzelfde motivering eerder 3 SKY-gebruikers toe te wijzen en nu niet nummer 4 toe te wijzen waarvan thans blijkt dat deze was achtergehouden. Voorts, zoals reeds aangegeven, dat het OM geen opheldering hoeft te geven hoe het zo kan zijn dat de verdediging en de rechtbank verkeerd zijn geïnformeerd. De enkele mededeling dat de officier echt maar deze 3 SKY ID’s heeft doorgekregen maakt niet anders dat er minstens 4 bekend waren.
Er diende een mondelinge behandeling van een wrakingsverzoek plaats te vinden.Daar heb ik ook om gevraagd. Dit is achterwege gelaten omdat: ‘Voor een behandeling van het verzoek ter terechtzitting bestaat geen reden. Het in de wet opgenomen recht op een mondelinge behandeling is door de wetgever bedoeld voor hetdebat over de gegrondheid van het verzoek, maar aan dat debat wordt gezien het vorenstaande niet toegekomen’.
Het vorenstaande is echter juist het debat over de uitzonderingssituatie.Dat debat diende te worden gevoerd op de terechtzitting onder de door de verdediging aangevoerde argumenten. Door deze beslissing te nemen, neemt ook de wrakingskamer een dermate onbegrijpelijke beslissing dat daardoor de schijn van partijdigheid is gegeven. Het debat over de gegrondheid en wel/niet een uitzonderingssituatie diende dus op zitting gevoerd te worden.
Het wrakingsverzoek van de rechtbank is weloverwogen ingediend en door het op deze manier af te doen, acht ik behalve wrakingswaardig ook kwalijk.
Ik zie mij genoodzaakt -wederom in hetzelfde onderzoek en met enige tegenzin- een rechtscollege, in dit geval de wrakingskamer, te wraken.
Middels deze verzoek ik ook om een mondelinge behandeling.”

3.De beoordeling

3.1.
Een rechter kan alleen gewraakt worden als zich omstandigheden voordoen waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden. Daarvan is sprake als de rechter jegens een procesdeelnemer vooringenomen is of als de vrees daarvoor objectief gerechtvaardigd is. Daarbij is het uitgangspunt dat een rechter wordt vermoed onpartijdig te zijn omdat hij of zij als rechter is aangesteld. Voor het oordeel dat de rechterlijke onpartijdigheid toch schade lijdt, bestaat alleen grond in geval van bijzondere omstandigheden die een zwaarwegende aanwijzing opleveren voor het aannemen van (de objectief gerechtvaardigde schijn van) partijdigheid. Uit de wet volgt dat de verzoeker die concrete omstandigheden moet aanvoeren en wel zodra deze aan hem of haar bekend zijn geworden.
3.2.
De rechters hebben op 3 mei 2023 op het onder 2.1. genoemde wrakingsverzoek beslist. Dat is een einduitspraak geweest. Het verzoek tot wraking van deze rechters is ingediend na die einduitspraak. De wet voorziet niet in de mogelijkheid van wraking nadat einduitspraak is gedaan in de zaak waarop het onderhavige wrakingsverzoek betrekking heeft. Om die reden kan verzoeker niet in het verzoek tot wraking van deze rechters worden ontvangen en er zal dus geen mondelinge behandeling worden bepaald.
3.3.
Verzoeker heeft in deze procedure reeds meerdere wrakingsverzoeken gedaan die geen van alle zijn gehonoreerd. Naar het oordeel van de wrakingskamer gebruikt verzoeker het middel van wraking voor een ander doel dan waarvoor het is gegeven of met geen ander doel dan de voortgang van de procedure te frustreren. Daarmee is sprake van misbruik. De wrakingskamer zal daarom bepalen dat een volgend verzoek tot wraking in deze zaak niet meer in behandeling zal worden genomen.

4.De beslissing

De wrakingskamer
4.1.
verklaart het verzoek tot wraking niet-ontvankelijk;
4.2.
bepaalt dat een volgend wrakingsverzoek in deze zaak niet in behandeling zal worden genomen;
4.3.
beveelt dat (een afschrift van) deze beslissing met inachtneming van het bepaalde bij artikel 515, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering wordt toegezonden aan:
• de verzoeker p/a zijn advocaat mr. C.C. Polat;
• de officier van justitie mr. L.E. van der Leeuw;
• mrs. A.M.A. Keulen, R. Cats en E.A.W. Schippers.
Deze beslissing is gegeven door mrs. M.J. Alt-van Endt, S.M. Krans en S.M. Westerhuis-Evers, in tegenwoordigheid van de griffier mr. M.L. van Nooijen-Kühler en in het openbaar uitgesproken op 8 mei 2023.
de griffier de voorzitter
Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.